13. Bepaling van de Master en Slave ketel
Het is belangrijk om te bepalen welke ketel de master wordt voordat de mechanische installatie wordt afgerond.
Elke ketel kan de master worden; alle andere ketels in de cascade configuratie moeten als slave worden
geprogrammeerd
Er is slechts één buitentemperatuur sensor nodig bij een weersafhankelijke CV regeling. Deze sensor moet
aangesloten worden op de Master ketel en berekend de temperatuur voor de gehele cascade.
Op een cascade systeem kan een warmwater tank worden aangesloten. Een drinkwaterpomp en een tanksensor
moeten dan ook op de Master worden aangesloten.
Elke ketel in het cascade systeem moet een uniek adres krijgen. Dit wordt gedaan door een parameter in elke
individuele ketel te programmeren met het unieke ketel adres.
Het programmeren van een uniek adres en hoe de parameters voor de cascade configuratie moeten worden
ingesteld wordt in het manual van de desbetreffende ketels in detail uitgelegd.
14. Voltooiing van de mechanische installatie
Als alle voorgaande instructies zijn afgerond kan de cascade met de verwarmings installatie worden verbonden
en de installatie van de cascade kan worden afgerond met het monteren van andere benodigde onderdelen en
verbindingen.
Dit kan zijn:
•
Alle kleppen en afsluiters
•
Terugslag kleppen
•
filters
•
ontluchters
•
expansie vat
•
overdruk beveiliging
Attentie!
Het cascade systeem van Eco Heating Systems bevat in de aansluitset welke onder elke ketel worden gemonteerd
reeds terugslagkleppen. Als andere systemen worden toegepast moeten er terugslagkleppen onder elke ketel in
de retour leiding worden aangebracht.
De installatie en service handleiding van de CB ketels bevat de installatie schema's en verdere specificaties om
de installatie te voltooien.
Naast de instructies gegeven in het Installatie en Service manual moeten volgende werkzaamheden uitgevoerd
worden:
•
Sluit alle benodigde bedrading aan op de ketels zoals aangegeven in het ketel manual. Om een cascade
werking te verkrijgen moeten alle cascade communicatie bussen parallel worden aangesloten.
Attentie!
Verbind alle aansluitingen 10 met 10 en alle aansluitingen 11 met 11, verwissel deze niet.
Verbind aansluiting 10 van de slave ketel 10 met aansluiting 20 van de Master ketel, en aansluiting 11 van de
slave ketel met 21 van de Master ketel.
Zie voor meer informatie de desbetreffende hoofdstukken in het Installatie & Service Manual van de CB ketel
serie.
•
Indien er op het T-stuk van de aanvoer aansluitset geen expansievat of overstortventiel wordt gemonteerd
moet deze afgedopt worden.
E93.9950NL CB Cascade manual
21