VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
6. Smeer
alle
bedieningskabels
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
7. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze zo nodig en breng dan de
motorfiets omhoog, zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
8. Dek de uitlaatdemperopeningen af
met een plastic zak om te voorkomen
dat vocht kan binnendringen.
9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad hem eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
7
extreem koude of warme plek op (kou-
der dan 0 °C of warmer dan 30 °C).
Zie pagina 6-29 voor meer informatie
over het opbergen van de accu.
en
OPMERKING:
_
Verricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de motorfiets te stallen.
_
7-5