OPMERKING:
_
Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk met het juiste
aanhaalmoment te worden aangedraaid.
_
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Motorolie en oliefilterpatroon
Voor iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
OPMERKING:
_
Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
koelvloeistofniveau al foutief worden afge-
lezen.
_
2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
DAU04261
1. Kijkglas motorolieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
OPMERKING:
_
De motorolie moet tussen de merkstrepen
voor minimum- en maximumniveau staan.
_
4. Als de motorolie beneden de merk-
6-8
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechtsonder
in het carter.
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
6