1. O-ring
5. Smeer een dun laagje motorolie op de
o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon.
OPMERKING:
_
Zorg dat de o-ring correct aanligt.
_
6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een filtersleutel en zet dan met een
momentsleutel vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1,7 m·kgf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
7. Breng de olieaftapplug aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 m·kgf)
8. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, monteer dan de olievuldop en zet
deze vast.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van
oliefilterpatroon:
3,2 L
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3,4 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
4,4 L
LET OP:
_
_
9. Start de motor, laat hem een paar mi-
OPMERKING:
_
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
_
6-10
G
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie dient im-
mers ook voor smering van de kop-
peling) mogen geen chemische
additieven aan de olie worden toe-
gevoegd of oliën worden gebruikt
met een hogere kwaliteitsaandui-
ding dan "CD". Gebruik ook geen
oliën met een "ENERGY CONSER-
VING II" of hogere aanduiding.
G
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
DCA00105
6