FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1. Slotplaatje tankdopslot
2. Ontgrendelen.
Vuldop brandstoftank
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:
_
De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
_
WAARSCHUWING
_
DAU02935
Controleer of de tankdop stevig is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden.
_
1. Vulpijp brandstoftank
DWA00025
2. Brandstofniveau
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
_
G
G
_
3-9
WAARSCHUWING
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
DAU03753
DW000130