Brandstoftank (3)
Altijd de brandstoftank vullen voordat
men begint met het werk; zo voorkomt u
'drooglopen', waardoor er een tijdro-
vende ontluchting nodig is.
Water en bezinksel uit de tank laten
lopen.
Hiertoe draait u de aftapschroef (A) eruit
en laat u ca. 1 liter brandstof weglopen.
De brandstof opvangen en volgens de
A
voorschriften afvoeren.
Pompverdelerdrijfwerk (4)
Oliepeil controleren
Afsluitschroef (A) dient zowel als vulope-
ning en voor de oliepeilcontrole.
- Afsluitschroef (A) uitdraaien en met de
daaraan bevestigde peilstaaf het olie-
peil controleren.
- Indien nodig olie bijvullen, afsluit-
schroef weer goed vastschroeven.
Goed schoonhouden.
Olie verversen
Aftapslang (B) in de opvangbak hangen.
Dop en aftapkraan (C) openen, olie in bedrijfswarme toestand aftappen.
Pompverdelerdrijfwerk reinigen met spoelolie.
Dop en aftapkraan (C) sluiten en olie bijvullen tot peilstaafhoogte (A).
F 14
A
Öl_F4C.wmf/Kraftst_F4CS.tif
PVG2_F4C.tif
A
B
C