Prestatiegrafieken Husky 515 en Husky 716
30
(0,84)
A bij een luchtdruk van 100 psi (0,7 MPa; 7 bar)
B bij een luchtdruk van 70 psi (0,48 MPa; 4,8 bar)
25
C bij een luchtdruk van 40 psi (0,28 MPa; 2,8 bar)
(0,70)
20
(0,56)
15
(0,42)
10
(0,28)
5
(0,14)
0
0
Het luchtverbruik van de pomp (scfm of m#/min) bij een specifiek
vloeistofdebiet (gpm/lpm) en de werkluchtdruk (MPa/bar/psi) bepalen:
1.
Zoek de stroomsnelheid van de vloeistof op onder in het schema.
2.
Volg de verticale lijn tot het snijpunt met de gekozen kromme voor
het luchtverbruik.
3.
Volg de horizontale lijn naar links om het luchtverbruik af te lezen.
38 3A1949
Testomstandigheden: pomp getest in water met een ondergedompelde inlaat.
Luchtverbruikkrommen
2
4
(7,6)
(15,2)
VLOEISTOFSTROOM – gpm (lpm)
Luchtverbruik
6
8
(22,7)
(30,3)
(37,9)
B
C
10
12
14
(45,4)
(53,0)
A
16
(60,6)