Inhoudsopgave
Advertenties
b
a
a
Centraal waterkringcircuit UIT (Ø28 mm)
b
Centraal waterkringcircuit IN (Ø28 mm)
OPMERKING
Om service en onderhoud te vergemakkelijken, wordt
aangeraden om afsluitkleppen zo dicht mogelijk bij de
inlaat en uitlaat van de unit te plaatsen.
Voorbeeld van een leidingschema
Het volgende schema is een voorbeeld van een leidingschema voor
de binnenleidingen tussen de centrale waterkring en de unit.
c
d
a b
a
Centraal waterkringcircuit IN
b
Centraal waterkringcircuit UIT
c
Manometer
d
Ontluchtingsventiel
e
Filter
OPMERKING
De centrale waterkring MOET worden voorzien van een
expansievat en een veiligheidsklep met een druk van
maximaal 16 bar. De specificaties en de exacte locatie
hangen af van het ontwerp van het totale systeem.
4.2.2
Het centraal waterkringcircuit vullen
WAARSCHUWING
Controleer voor, tijdens en na het vullen het centraal
waterkringcircuit op lekken.
INFORMATIE
De gebruikte materialen in het centraal waterkringcircuit
van de unit zijn chemisch bestand tegen de volgende
antivriesvloeistoffen:
▪ 40 massa% propyleenglycol
▪ 35 massa% ethyleenglycol
EWSAH/X06DA9W
Daikin Altherma 3 WS
4P675759-1 – 2021.10
d
e
4 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Gebruik de volgende stoffen NIET in het centraal
waterkringcircuit of in de glycolinhibitors. Deze kunnen
schade
toebrengen
drukonafhankelijke regelklep (PICV).
▪ Zuren
▪ Smeermiddelen
▪ Oliën
▪ Producten die chloor of fluor bevatten
▪ Alcohol
▪ Aardolieproducten
▪ Oplosmiddelen
▪ Vernis
OPMERKING
Het is mogelijk dat een vulkit die ter plaatse wordt
voorzien, niet is uitgerust met een filter dat de onderdelen
in het centraal waterkringcircuit beschermt. In dat geval is
de installateur verantwoordelijk voor de installatie van een
filter op de centrale waterkringzijde van het systeem.
WAARSCHUWING
De temperatuur van de vloeistof die door de verdamper
loopt, kan onder nul gaan. Ze DIENT tegen bevriezing
worden beschermd. Voor meer informatie, zie instelling
[A‑04]
in
"6.4.4
waterkring" [ 4 34].
4.2.3
De leidingen van het centraal
waterkringcircuit isoleren
Alle leidingen in het hele centraal waterkringcircuit MOETEN worden
geïsoleerd om verminderde verwarmingscapaciteit te voorkomen.
Hou er rekening mee dat condensatie kan/zal worden gevormd op
de leidingen van het centraal waterkringcircuit in de behuizing.
Voorzie aangepaste isolatie voor deze leidingen.
4.3
De waterleidingen aansluiten
4.3.1
De waterleidingen aansluiten
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de ter
plaatse te voorziene leidingen aansluit en zorg ervoor dat
ze op een lijn liggen. Vervormde leidingen kunnen
storingen in de unit veroorzaken.
1 Plaats de afsluiter met geïntegreerd filter (als accessoire
meegeleverd) op de waterinlaat van de ruimteverwarming/-
koeling.
2 Sluit de INgangsleiding van de ruimteverwarming/-koeling aan
op
de
afsluiter
en
ruimteverwarming/-koeling op de unit.
3 Sluit de IN- en UITgangsleidingen van het warm tapwater aan
op de binnenunit.
aan
de
EPDM
van
Bevriezingstemperatuur
centrale
de
UITgangsleiding
van
Installatiehandleiding
de
de
11
Advertenties
Inhoudsopgave
