TIPS IN HET GEV AL V AN MOGELIJKE STORINGEN KELLY
In dit geval komt de kachel automatisch tot stilstand en voert de uitdooffase uit. Op het display wordt een bericht
met de reden voor het uitdoven weergegeven (zie hieronder de diverse signaleringen).
Haal tijdens het uitdoven wegens een blokkering de stekker nooit uit het stopcontact.
Indien een probleem is opgetreden: om de kachel opnieuw op te starten, eerst wachten tot de uitdoofprocedure
beëindigd (10 minuten met geluidssignaal) is en daarna op de knop ON/OFF drukken.
Ontsteek de kachel nooit zonder dat u de oorzaak van de blokkering vastgesteld en de vuurhaard
GEREINIGD/GELEEGD heeft.
SIGNALERING VAN DE MOGELIJKE OORZAKEN VAN DE BLOKKERINGEN, INDICATIES EN OPLOSSINGEN:
1) H1 No depression (grijpt in wanneer de sensor onvoldoende brandbevorderende luchtstroming waarneemt).
Doving door gebrek aan drukverlaging
De stroom kan onvoldoende zijn indien de deur is geopend, indien de deur niet perfect dicht is (bijvoorbeeld: pakking),
indien er een probleem is met de afzuiging van de lucht of de afvoer van rook, indien het haardonderstel vuil is.
Controleer:
- of de deur is gesloten;
- het aanzuigkanaal van verbrandingslucht (schoonmaken en daarbij letten op de onderdelen van de luchtstroomsensor);
- maak de luchtstroomsensor schoon met droge lucht (type voor computer toetsenbord);
- de plaatsing van de kachel: de kachel mag niet tegen een muur leunen;
- of het haardonderstel goed is teruggeplaatst en regelmatig wordt schoongemaakt (frequentie afhankelijk van het soort
pellets);
- het rookkanaal (schoonmaken);
- de installatie (indien de installatie niet conform de normen is en ze verschillende bochten heeft, vindt geen goede
rookafvoer plaats);
Indien u denkt dat de luchtstroomsensor defect is, voer dan een koude test uit. Indien bijvoorbeeld bij gewijzigde
omstandigheden of bij het openen van de deur, de waarde op het scherm niet verandert, dan is er een probleem met de
sensor.
Het onderdruk-alarm kan eveneens optreden tijdens het aansteken, want de luchtstroomsensor begint 90 seconden na
het begin van de ontsteekcyclus te meten.
2) H2 No expulsion (ingreep wanneer de sensor van de toeren voor rookuitstoot een afwijking detecteert)
Doving door afwijking van de sensor motortoeren rookuitstoot.
- Controleer de werking van de rookuitstoot (aansluiting van de sensor voor de toeren) en de kaart
- Controleer de reiniging van het rookkanaal;
- Controleer het elektrische circuit en de aarding.
- Controleer de elektronische kaart
3) SF (H3) No fire (ingreep wanneer het thermokoppel een kleinere rooktemperatuur waarneemt dan de ingestelde
waarde en dit interpreteert als afwezigheid van vlam)
Doving door daling van de rooktemperatuur
De vlam kan afwezig zijn door
- gebrek aan pellet
- te veel pellet heeft de vlam gedoofd
- de thermostaat greep in (valt zelden voor, hij grijpt slechts in bij overmatige rooktemperatuur)
4) AF (H4) No start (grijpt in indien in een maximum tijd van 15 minuten geen vlam verschijnt of de ontstekingstem-
peratuur niet werd bereikt). Doving door niet correcte rooktemperatuur bij de ontsteking.
Onderscheid de volgende twee gevallen:
Er is GEEN vlam
Controleer:
- de positie en netheid van het haardonderstel;
- de aanvoer van verbrandingslucht in het
haardonderstel;
- de goede werking van de weerstand;
- de omgevingstemperatuur (indien minder dan
3°C, gebruik dan een aanmaakblokje) en de
vochtigheidsgraad.
Probeer aan te steken met een aanmaakblokje.
Er is een vlam maar, na de boodschap Start, verschijnt de
boodschap Start Failed
Controleer (Dealer):
- de goede werking van het thermokoppel;
- de geprogrammeerde ontstekingstemperatuur in de parameters.
165