De standaardinstellingen voor elke functie in onderwerpstand worden hierna
beschreven.
Flitser
(A53)
1
x (A40)
U
b (A40)
V
2
c (A40)
W
2
d (A41)
W
3
e (A41)
V
4
f (A41)
V
Z (A41)
U
U
z (A42)
2
h (A42)
W
2
i (A42)
W
2
j (A42)
W
k (A43)
W
2
u (A43)
W
2
l (A44)
W
2
m (A44)
W
n (A44)
W
2
o (A44)
X
W
U (A45)
2
W
O (A46)
1
U (Automatisch) of W (Uit) kunnen worden geselecteerd. Wanneer U (Automatisch) is
geselecteerd, selecteert de camera automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat
hij heeft geselecteerd.
2
Kan niet worden gewijzigd.
3
Kan niet worden gewijzigd. Ingesteld op de invulflits met trage synchronisatie en rode-
ogenreductie.
4
Lange sluitertijd met rode-ogenreductie flitsstand kan worden gebruikt.
5
Zelfontspanner is uitgeschakeld. Dierenp. autom. ontsp. (A46) kan worden in- of uitgeschakeld.
C
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bij bepaalde functies kunnen deze instellingen mogelijk niet worden ingeschakeld (A62).
Functies die u met de multi-selector kunt instellen
Zelfontspanner
(A55)
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
2
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Aan
Uit
Uit
2
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
5
Y
Uit
Macro
Belichtingscompensatie
(A56)
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
2
0,0
0,0
2
2
0,0
0,0
2
0,0
0,0
0,0
(A57)
59