Stap 1 Schakel de camera in
1
Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
• Wanneer u de camera voor het eerst aanzet, zie "Taal,
datum en tijd instellen" (A22).
• Het objectief schuift naar buiten en de monitor schakelt in.
2
Controleer de aanduiding van het batterijniveau en het aantal resterende
opnamen.
Aanduiding
batterijniveau
b
B
N
Batterij is leeg.
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, wordt weergegeven.
• Als er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt C weergegeven om aan te duiden dat
beelden worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (ca. 42 MB).
• Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van het interne
geheugen of de geheugenkaart, en van de beeldkwaliteit en het beeldformaat
(beeldmodus) (A61).
• Het aantal resterende opnamen in de illustraties kan afwijken van het effectieve aantal op de
monitor.
20
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Batterijniveau is hoog.
Batterijniveau is laag. U moet de batterij binnenkort vervangen of
opladen.
De camera kan geen foto's maken. Laad de batterij op of vervang
deze.
8 m 0 s
8 m 0 s
9 5 0
9 5 0
Beschrijving