Referentiegedeelte
Panorama Assist gebruiken
Gebruik een statief voor het beste resultaat.
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M x (tweede pictogram van boven*) M K
M U Panorama assist
* Het pictogram van de laatst geselecteerde onderwerpstand verschijnt. De standaardinstelling is
x (Autom. scènekeuzekn.).
1
Gebruik de multi-selector om de richting te
selecteren waarin beelden worden
samengevoegd en druk op de knop k.
• De richtingaanduiding-pictogrammen verschijnen.
Selecteer de richting waarin beelden worden
samengevoegd tot een panorama: rechts (I), links (J),
omhoog (K) of omlaag (L).
• Het gele pictogram voor de richting van het panorama
(I I) wordt weergegeven voor de huidige richting en de richting wordt vergrendeld
wanneer u op k drukt. Het pictogram wijzigt in het witte pictogram voor een vaste richting
I.
• Stel indien nodig in deze stap de flitsstand (A53), de zelfontspanner (A55), macro-stand
(A56) en belichtingscorrectie (A57) in.
• Druk opnieuw op de knop k om een andere richting te selecteren.
2
Kadreer het eerste deel van het
panoramaonderwerp en maak de eerste
foto.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
• Een derde van het beeld wordt doorschijnend
weergegeven.
3
Maak de volgende foto.
• Kadreer de volgende foto zodat een derde van
het beeld overlapt met het eerste beeld en druk
de ontspanknop in.
• Herhaal deze procedure tot u het nodige aantal
foto's hebt genomen voor een compleet beeld.
E2
8 m 0 s
8 m 0 s
9 5 0
9 5 0
8 m 0 s
8 m 0 s
9 5 0
9 5 0
Einde
Einde
Einde