Opnamefuncties
Stand A (Automatisch)
De stand A (auto) is bedoeld voor algemene fotografie;
hier kunt u diverse instellingen aanpassen aan de
opnameomstandigheden en het gewenste type opname
(A37).
In het opnamescherm M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand (A24-25)
• U kunt bepalen hoe de camera het gedeelte van het beeld selecteert om scherp te
stellen door op de knop d te drukken, de tab A te selecteren en AF-veldstand
in te stellen. De standaardinstelling is Gezichtprioriteit.
• Wanneer AF-veldstand in het opnamemenu is ingesteld op Gezichtprioriteit
(standaardinstelling), stelt de camera als volgt op het onderwerp scherp:
- Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt de camera hierop
automatisch scherp (zie "Gezichtsherkenning" (A64) voor meer informatie).
- Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd, selecteert de camera
automatisch een (of meer) van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera bevindt. Zodra het onderwerp scherp is, wordt het
scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden).
Instellingen van de A (Automatisch)-stand wijzigen
• Functies die u met de multi-selector kunt instellen (A52): Flitsstand (A53),
zelfontspanner (A55), macro-stand (A56) en belichtingscorrectie (A57).
• Functies die kunnen worden ingesteld door op de knop d te drukken: Opties van
het opnamemenu in de stand A (Automatisch) (A37).
36
8 m 0 s
8 m 0 s
9 5 0
9 5 0