Onderdelen van de camera
De monitor
De informatie die tijdens opname en weergave in de monitor wordt weergegeven
wijzigt naargelang de instellingen en gebruikstoestand van de camera. Bij de
standaardinstelling worden de volgende aanduidingen weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld of in gebruik is, en ze verdwijnen na enkele seconden
(wanneer Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in
Monitorinstellingen (A86)).
Opnamestand
33
32
31
30
29
28
26
1
Opnamestand ......................24, 36, 39, 47, 49
2
Macro-stand........................................................... 56
3
Zoomaanduiding ....................................... 27, 56
4
Scherpstelaanduiding ..................................... 28
5
AE/AF-L-aanduiding ....................................E3
6
Flitsstand.................................................................. 53
Eye-Fi-communicatieaanduiding
7
.......................................................................88, E66
8
Aanduiding batterijniveau............................ 20
Vibratiereductie-pictogram .........87, E56
9
Bewegingsdetectie-pictogram ...87, E57
10
Windruisreductie ................................81, E48
11
Aanduiding "Datum niet ingesteld"
12
...................................................... 22, E50, E72
Reisbestemming.................................86, E50
13
Filmopties................................................81, E47
14
15
Filmduur................................................................... 78
16
Beeldmodus........................................................... 60
17
Aantal resterende opnamen (foto's) ...... 20
18
Aanduiding intern geheugen..................... 20
6
2
35
34
1
3
10 10
2 2
10 10
27
+1.0
+1.0
1 6 0 0
1 6 0 0
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
25
24
23
22
4
5
6
2 9 m 0 s
2 9 m 0 s
F 3.5
F 3.5
9 9 9
9 9 9
21
19
18
9 9 9
9 9 9
9 9 9 9
9 9 9 9
20
17
19
Diafragmawaarde............................................... 28
Datumstempel .....................................86, E55
20
21
Sluitertijd.................................................................. 28
Scherpstelveld (Auto)...............28, 38, E30
22
Scherpstelveld (voor handmatig of
23
centrum)...................................................38, E31
Scherpstelveld (gezichts- of
24
dierherkenning)...........28, 38, 46, 49, E30
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
25
........................................................................38, E31
ISO-waarde .............................................37, E28
26
27
Belichtingscompensatiewaarde................ 57
Kleuropties..............................................38, E29
28
Witbalans stand ...................................37, E24
29
Huid verzachten ..................................51, E34
30
Continu opnamestand....................37, E26
31
Knipperdetectie...................................51, E35
32
33
Aanduiding zelfontspanner ......................... 55
Glimlachtimer .......................................51, E34
34
35
Dierenp. autom. ontsp. ........................... 46, 55
7
8
9
10 11
12 13
14
15
16