Mogelijke oorzaak
Het zonlicht valt recht op
de monitor.
Tijdens het fotograferen zijn
in het monitorbeeld verticale
lijnen zichtbaar.
Met het beeldmateriaal wordt een verkeerde datum opgeslagen.
De datum en tijd zijn
niet ingesteld.
De batterijen zijn een tijd uit
de camera verwijderd.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp was te
dicht bij.
Het onderwerp is donker.
Automatisch scherpstellen
lukt niet.
Er heeft zich condens*
gevormd in de camera.
De monitor gaat uit.
De camera staat in
de sluimerstand.
De flitser ontsteekt niet.
De flitser is ingesteld op [$]. Selecteer een andere flitserfunctie dan [$].
Het object is verlicht.
Snel repeterende opnamen
of "Auto bracketing"
(repeterende opnamen met
verschillende belichtingen)
is ingesteld.
De camera neemt een
video op.
De stand supermacro
is ingesteld.
De camera staat ingesteld
op panoramaopname.
De gebruiksduur van de batterijen is kort.
De camera wordt in een
koude omgeving gebruikt.
De nog beschikbare
batterijlading wordt niet juist
aangegeven.
Oplossing
Scherm het zonlicht met uw hand af of
gebruik de zoeker.
Richt u de camera op een helder onderwerp in de
volle zon, dan kan dat verticale lijnen in het
monitorbeeld veroorzaken. Dit wijst echter niet op
een defect.
Stel datum en tijd in. De klok is niet vooraf ingesteld.
Blijft de camera ongeveer 3 dagen zonder batterijen
liggen, dan gaat de datum- en tijdinstelling verloren.
Stel de datum en tijd opnieuw in.
Ga verder van het onderwerp weg. Om met de
zoomlens in de uiterste groothoekstand (W) foto's
dichterbij dan 20 cm (7,9") te maken, gebruikt u de
stand supermacro
Zet [AF ILLUMINATOR] op [ON].
Stel handmatig scherp of gebruik het
scherpstelgeheugen (AF-memory) om scherp te
stellen op het onderwerp en neem vervolgens
de foto.
Schakel de camera uit. Wacht tot de camera is
geacclimatiseerd tot de omgevingstemperatuur en
opgedroogd is.
Schakel de camera met de ontspanknop
of zoomknop in.
Wilt u dat de flitser bij een helder verlicht onderwerp
ontsteekt, zet de flitser dan op [#].
De ingebouwde flitser gaat niet af bij snel
repeterende opnamen of "Auto bracketing"
(repeterende opnamen met verschillende
belichtingen). Zet [DRIVE] in een andere stand bij
[MODE MENU].
Met de camera ingesteld op de stand
Videobeelden ontsteekt de flitser niet.
Kies een andere fotofunctie dan n.
Met de camera in de stand supermacro gaat de
ingebouwde flitser niet af. Zet [&] op [OFF] of [&].
Met de camera ingesteld op panoramaopname
ontsteekt de flitser niet. Zet de panoramastand uit.
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van
batterijen af. Houd de camera warm door hem in uw
jaszak of tussen uw kleding mee te dragen.
Als het energieverbruik van de batterijen sterk
fluctueert, is het mogelijk dat de camera uitschakelt
zonder dat u daarvoor gewaarschuwd wordt.
Zet nieuwe batterijen in of laad de batterijen op.
Storingen opheffen
Zie blz.
–
–
Blz. 59
Blz. 59
Blz. 20
Blz. 29
Blz. 11, 27
–
–
Blz. 20
Blz. 20
Blz. 34
Blz. 24
Blz. 20
10
Blz. 36
–
–
79
NL