Specificaties
Behuizing
1)
Overbelasting
Typisch asvermogen [kW]
Typisch asvermogen [pk]
Maximale kabeldoorsnede in klemmen
(net, motor)
[mm²/AWG]
Uitgangsstroom
Omgevingstemperatuur 40 °C
Continu
(3 x 380-440 V) [A]
Intermitterend
(3 x 380-440 V) [A]
Continu
(3 x 440-480 V) [A]
Intermitterend
(3 x 440-480 V) [A]
Maximale ingangsstroom
Continu
(3 x 380-440 V) [A]
Intermitterend
(3 x 380-440 V) [A]
Continu
(3 x 440-480 V) [A]
Intermitterend
(3 x 440-480 V) [A]
Maximale netzekeringen
Geschat vermogensverlies [W], optimaal/typisch
Rendement [%], optimaal/typisch
Tabel 6.12 Netvoeding 3 x 380-480 V AC – normale en hoge overbelasting: behuizing MH3
1) NO: normale overbelasting, 110% gedurende 1 minuut. HO: hoge overbelasting, 160% gedurende 1 minuut.
Als een frequentieregelaar voor HO gebruikt gaat worden, is een bijpassende motorklasse vereist. In Tabel 6.11 ziet u bijvoorbeeld dat voor een
motor van 1,5 kW voor HO een P2K2-frequentieregelaar vereist is.
2) De maximale kabeldoorsnede is de grootste kabeldoorsnede die op de klemmen kan worden aangesloten. Volg altijd de nationale en lokale
voorschriften op.
3) Geldt voor dimensionering van de koeling van de frequentieregelaar. Als de schakelfrequentie hoger is dan de standaardinstelling, kunnen de
vermogensverliezen toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Gegevens over
vermogensverliezen overeenkomstig EN 50598-2 vindt u op www.danfoss.com/vltenergyefficiency.
4) Rendement gemeten bij nominale stroom. Zie hoofdstuk 6.5 Omgevingscondities voor energierendementsklassen.. Informatie over verliezen bij
gedeeltelijke belastingen vindt u op www.danfoss.com/vltenergyefficiency.
5) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 4 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie.
6.3 Netvoeding
Netvoeding (L1, L2, L3)
Voedingsspanning
Lage netspanning/uitval van de netvoeding:
•
Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieregelaar in bedrijf totdat de DC-tussenkring-
spanning daalt tot onder het minimale stopniveau. Dit niveau ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale
voedingsspanning van de frequentieregelaar. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale
netspanning van de frequentieregelaar zijn inschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.
Voedingsfrequentie
Maximale tijdelijke onbalans tussen netfasen
MG03M210
Design Guide
2)
3)
4,5)
Danfoss A/S © 06/2016 Alle rechten voorbehouden.
MH3
P5K5
NO
HO
5,5
7,5
4/12
12
13,2
19,2
11
12,1
13,2
11
12
17
9,4
10
15
Zie hoofdstuk 6.9 Specificaties zekeringen en circuitbreakers.
143
0,97
3,0% van de nominale netspanning
P7K5
NO
7,5
10
4/12
15,5
17,1
14
15,4
15
17
13
14
236
0,97
380-480 V ± 10%
50/60 Hz
69
6
6