Productoverzicht
De externe referentie bestaat uit:
•
digitale referenties;
•
externe referenties (analoge ingangen en
referenties uit een seriële-communicatiebus);
•
de ingestelde relatieve referentie;
•
setpoint op basis van terugkoppeling.
In de frequentieregelaar kunnen maximaal 8 vooraf
ingestelde (digitale) referenties worden geprogrammeerd.
Selecteer de actieve vooraf ingestelde referentie met
behulp van digitale ingangen of de seriële-communica-
tiebus. De referentie kan ook extern worden gegeven,
meestal via een analoge ingang. Selecteer deze externe
bron via een van de 3 referentiebronparameters:
•
Parameter 3-15 Referentiebron 1.
•
Parameter 3-16 Referentiebron 2.
•
Parameter 3-17 Referentiebron 3.
Tel alle referentiebronnen en de busreferentie bij elkaar op
om de totale externe referentie te bepalen. Selecteer de
externe referentie, de vooraf ingestelde referentie of de
som van deze 2 als de actieve referentie. Tot slot kan deze
referentie worden geschaald door middel van
parameter 3-14 Ingestelde relatieve ref..
De geschaalde referentie wordt als volgt berekend:
Y
Referentie = X + X ×
100
waarbij X de externe referentie, de digitale referentie of de
som van deze referenties is en Y parameter 3-14 Ingestelde
relatieve ref. in [%] is.
Als Y, parameter 3-14 Ingestelde relatieve ref., is ingesteld op
0%, heeft de schaling geen invloed op de referentie.
2.5.2 Gebruik van terugkoppelingen
Het gebruik van terugkoppelingen kan worden geconfi-
gureerd voor toepassingen waarbij regeling nodig is.
Configureer de terugkoppelingsbron via
parameter 20-00 Bron terugk. 1.
2.5.3 Terugkoppelingsconversie
In sommige toepassingen kan het nuttig zijn om het
terugkoppelingssignaal te converteren. Een voorbeeld
hiervan is het gebruik van een druksignaal om een
terugkoppeling van de flow te leveren. Aangezien de
vierkantswortel van druk evenredig is aan flow, levert de
vierkantswortel van het druksignaal een waarde op die
evenredig is aan de flow. Zie Afbeelding 2.17.
MG03M210
Design Guide
Ref.
signal
Desired
ow
Afbeelding 2.17 Terugkoppelingsconversie
2.6 Algemene EMC-aspecten
Snelle transiënten (signaalpieken) worden geleid bij
frequenties in het bereik van 150 kHz tot 30 MHz. De
omvormer, motorkabel en motor verspreiden interferentie
van het frequentieregelaarsysteem via de lucht in het
bereik van 30 MHz tot 1 GHz.
Capacitieve stromen in de motorkabel, in combinatie met
een hoge dU/dt van de motorspanning, genereren
lekstromen.
Het gebruik van een afgeschermde motorkabel verhoogt
de lekstroom (zie Afbeelding 2.18), omdat afgeschermde
kabels een hogere capaciteit naar aarde hebben dan niet-
afgeschermde kabels. Als de lekstroom niet wordt gefilterd,
zal deze meer interferentie in het net veroorzaken in het
frequentiebereik lager dan ongeveer 5 MHz. Omdat de
lekstroom (I
wordt teruggevoerd, zal de afgeschermde motorkabel
slechts een klein elektromagnetisch veld (I
De afscherming vermindert de interferentie door straling,
maar verhoogt de laagfrequentinterferentie op het net.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de
behuizing van de frequentieregelaar en op de motorbe-
huizing. Bij deze aansluiting kunnen het best ingebouwde
afschermingsklemmen worden gebruikt om gedraaide
afschermingsuiteinden (pigtails) te vermijden. Pigtails
verhogen de impedantie van de afscherming bij hogere
frequenties, waardoor het effect van de afscherming
afneemt en de lekstroom (I
Monteer de afscherming aan beide uiteinden van de
behuizing als een afgeschermde kabel wordt gebruikt voor:
•
•
•
•
In enkele situaties zal het echter noodzakelijk zijn de
afscherming te onderbreken om stroomlussen te
vermijden.
Danfoss A/S © 06/2016 Alle rechten voorbehouden.
Ref.
+
PI
P 20-01
-
FB conversion
FB
Flow
FB
signal
P
) via de afscherming (I
) naar de eenheid
1
3
) toeneemt.
4
relais.
stuurkabel.
signaalinterface.
rem.
2
P
Flow
P
) opwekken.
4
21
2