Systeemintegratie
wordt het ETR niet geactiveerd en is er dus een andere
methode van thermische beveiliging vereist.
Activeer ETR in parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging. ETR
wordt geregeld via parameter 4-18 Current Limit Mode.
3
3
3.3.9.2 Thermistor (alleen FCP 106)
De thermistor wordt tussen de motorwikkelingen
geplaatst. De aansluiting voor de thermistor wordt in de
motorstekker op de klemposities T1 en T2 geplaatst. Zie de
sectie Motoraansluiting in VLT
106 Bedieningshandleiding voor meer informatie over
klemposities en bedrading.
Stel parameter 1-90 Motor Thermal Protection in op [1]
Thermistorwaarsch. of [2] Thermistoruitsch. als u de
thermistor wilt bewaken.
Afbeelding 3.6 Typisch thermistorgedrag
Wanneer de motortemperatuur de thermistorwaarde doet
stijgen tot een waarde boven 2,9 kΩ, wordt de frequentie-
regelaar uitgeschakeld. Wanneer de thermistorwaarde daalt
tot onder 0, 8 kΩ, start de frequentieregelaar weer.
40
®
VLT
DriveMotor FCP 106/FCM 106
®
DriveMotor FCP 106 en FCM
Danfoss A/S © 06/2016 Alle rechten voorbehouden.
OFF
ON
<800 Ω
Afbeelding 3.7 Werking frequentieregelaar met thermistor
LET OP
Selecteer de thermistor overeenkomstig de specificatie in
Afbeelding 3.6 en Afbeelding 3.7.
LET OP
Als de thermistor niet galvanisch gescheiden is, kan het
verwisselen van de thermistordraden en de motordraden
leiden tot permanente beschadiging van de frequentiere-
gelaar.
In plaats van een thermistor kan een thermomechanische
schakelaar (type Klixon) worden gebruikt.
3.4 Selectie van frequentieregelaar/opties
3.4.1 Bevestigingsset voor externe
bediening
Afbeelding 3.8 Aansluitingen bevestigingsset voor externe
bediening
R
>2.9 kΩ
MG03M210