Gebruikershandleiding van het CUSA
De pomp:
•
Verplaatst vloeistof met 2 tot 20 ml/min; standaard stroomsnelheid is
3 ml/min. Gebruik de schuifregelaar (beweeg de regelaar omhoog/
omlaag op de irrigatie kolom op het touch screen) om de spoelingstroom
te verhogen of te verlagen in stappen van 1 ml/min.
•
Versnelt naar een snelheid voor Snel Spoelen, waarbij met 25 ml/min.
± 0,5 ml/min wordt gepompt. De pedaal voor Snel Spoelen op de
voetschakelaar van het systeem activeert de functie Snel Spoelen.
De pomp duwt de vloeistof door de verdeelspoelslang naar een pijpje, een
huls rond de vibrerende tip. Wanneer de spoelvloeistof door het pijpje gaat,
koelt deze de tip.
Wanneer de vloeistof het distale uiteinde van de tip bereikt, stroomt tot
99% van de vloeistof door twee vooraspiratiegaten in de tip, waardoor
opeenhoping van vloeistof in het steriele veld wordt tegengegaan en het
afzuigsysteem voortdurend wordt gereinigd. Vloeistof die niet door de
pre-aspiratieopeningen gaat, spoelt het chirurgische gebied en suspendeert
het gefragmenteerde weefsel.
Aspiratie (zuiging)
Door aspiratie is voortdurend weefselcontact mogelijk, het constante,
tastbare contact tussen tip en weefsel, wat van essentieel belang is voor
efficiënte weefselresectie.
Een vacuümpomp in de console levert nominaal 640 mmHg maximaal vacuüm
op zeeniveau. Gebruik de afstelknoppen (beweeg de regelaar omhoog/omlaag
op de aspiratie kolom op het touch screen) om de zuiging te verhogen of te
verlagen van 10 tot 100% in stappen van 5%; standaard is 60%.
De zuiging die een luchtstroom produceert naar de vacuümpomp, trekt
spoelvloeistof, gefragmenteerd weefsel en andere materialen door het distale
uiteinde van de chirurgische tip. Vanuit de tip gaan de geaspireerde materialen
door het handstuk en de verdeelslang voor afzuiging in het afzuigvat. Vanuit
het afzuigvat blijft de luchtstroom door een verontreinigingsbeveiliging stromen
die alle overblijvende vaste deeltjes of vocht filtert, wat voorkomt dat deze de
vacuümpomp binnengaan.
De nauwkeurigheid van het vacuümniveau in de aspiratieslangen bij de
handstukpoort is ± 66 mmHg en nooit minder dan 30 mmHg.
Een zuigslangafsluiter op de voorzijde van de console gaat open wanneer
het systeem is ingeschakeld en sluit om de zuiging te stoppen wanneer:
•
het spoelsysteem wordt gevuld;
•
er op de pedaal voor Snel Spoelen wordt gedrukt;
•
de amplitudepedaal wordt losgelaten in de status Uitvoeren (in dit geval
sluit de slangafsluiter ongeveer een seconde en opent dan opnieuw);
•
de amplitudepedaal wordt losgelaten in de aspiratiemodus Op aanvraag
(het stoppen van de zuiging voorkomt depletie van het pneumoperitoneum).
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft de zuigpomp uit en blijft de
zuigslangafsluiter gesloten. Gebruik de knop op de voorzijde van de
zuigslangafsluiter om de afsluiter handmatig te openen.
Clarity Ultrasonic Surgical Aspirator-systeem
®
CUSA Clarity-systeem
2-5