ONDERHOUD
ELEKTRISCHE MOTOREN
Controleer de borstelaandrijfmotoren en de
machine−aandrijfmotor na elke 800 bedrijfsuren.
RIEMEN EN KETTINGEN
RIEM VAN DE VACUÜMVENTILATOR
Controleer de spanning van de riem en kijk of de
riem geen slijtage vertoont. Beide handelingen
moeten telkens na 200 bedrijfsuren uitgevoerd
worden. De juiste spanning is wanneer de riem
12,7 (0,50 inch) mm doorbuigt bij een kracht van
15 kg (30 tot 40 lb) bij het midden van de riem.
AANDRIJFRIEM VAN DE HOOFDBORSTEL
Controleer telkens na tweehonderd bedrijfsuren de
riem van de hoofdborstel op slijtage. De
veerspanrol zorgt voor spanning op de riem. U
kunt de spanning met de hand instellen.
AANDRIJFKETTING (voor machines met
serienummers lager dan 6100530 729)
Het voorwiel dat de machine doet rijden, wordt
aangedreven door een
kettingaandrijving/ophanging. Controleer het
aandrijfsysteem en de kettingspanning telkens na
100 uur. De juiste spanning van de ketting is 3
mm (0,125 inch) wanneer er lichte druk op het
middelste punt van de langste spanwijdte wordt
uitgeoefend. Smeer telkens na 100 bedrijfsuren de
aandrijfketting met SAE 30−motorolie.
46
6100 accu 330265 (9−2021)