REMPEDAAL
De rempedaal stopt de machine.
Stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en zet
deze op de Neutraal positie. Trap het rempedaal
in om te voorkomen dat de machine doorrolt.
NB: De machine kan na het uitschakelen iets
doorrollen. Houd uw voet op de rem totdat de
machine helemaal gestopt is.
PARKEERREMPEDAAL
De parkeerrempedaal schakelt de rem op het
voorwiel in en uit.
Inschakelen: Houd het rempedaal met uw
rechtervoet ingetrapt. Trap nu met uw linkervoet
op het parkeerrempedaal om de parkeerrem vast
te zetten.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de
machine achterlaat of er onderhoud aan
pleegt, parkeert u de machine op een
vlakke ondergrond, schakelt u de
parkeerrem in, zet u de machine uit en
haalt u de sleutel uit het contact.
Ontgrendelen: Trap het rempedaal in om de
parkeerrem vrij te zetten.
GROF VUIL−OPVANGPEDAAL
De grof vuil−opvangpedaal opent de klep aan de
voorzijde van de hoofdveegborstel.
Openen: Trap het opvangpedaal in als u grof vuil
opveegt. De klep aan de voorzijde van de
hoofdveegborstel gaat open.
Sluiten: Neem uw voet van het pedaal om de klep
te sluiten. Het grof vuil verdwijnt in de
vuilvergaarbak.
6100 accu 330265 (9−2021)
BEDIENING
11