Onderhouden remmen
De parkeerrem testen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Voor elk gebruik moet u de parkeerrem controleren op
een horizontaal oppervlak en een helling.
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Als de
parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen.
1.
Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Zet de parkeerrem vrij.
4.
Schakel de remhendel in en controleer of de
machine beweegt.
5.
Stel de rem af indien dit nodig is.
Remmen afstellen
1.
Verwijder de brandstoftank; zie
verwijderen (bladz.
2.
Zet de bout op de kabelklem aan de linkerzijde
van de machine los.
Figuur 76
1. Kabel
2. Kabelklem
3.
Trek de kabels strak.
4.
Draai de moer vast.
5.
Monteer de brandstoftank, de dwarsbeugel en
het kussen.
Brandstoftank
39).
3. Bout en moer
Onderhoud riemen
De riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken, slijtage, tekenen van oververhitting
en andere schade.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
een van deze tekenen gewaar wordt.
Drijfriem van maaidek
vervangen
De band verwijderen
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Open het motorscherm en het schermaan-
hangsel; zie
schermaanhangsel openmaken (bladz.
4.
Verwijder de linker drijfriemkap, zie
drijfriemkap verwijderen (bladz.
5.
Verwijder de rechter drijfriemkap, zie
drijfriemkap verwijderen (bladz.
6.
Trek de spanpoelie en de kap van de spanpoelie
naar de motor toe en schuif de riem van de
poelies
(Figuur
g031396
49
ren—Controleer de drijfriem(en) van
het maaidek.
Het motorscherm en het
27).
28).
77).
25).
De linker
De rechter