7.2 Drukverhoger
Waarschuwing
Let op de uitstroomrichting van de ontluchtingsopeningen, en zorg dat uitstromend water geen lichamelijk letsel kan
veroorzaken of de motor of andere onderdelen kan beschadigen.
Bij het werken met hete of gevaarlijke vloeistoffen dient er speciale aandacht te worden besteed aan het risico op
persoonlijk letsel.
Let bij het verpompen van ontvlambare vloeistoffen op statische ontladingen.
De trechter, bijvoorbeeld, moet geaard zijn!
De afdichtingskamer/cartridge-afdichting moet tijdens bedrijf altijd gevuld zijn met spervloeistof.
Door drooglopen zal de asafdichting kapot gaan.
Afbeelding
108
Stap Actie
Bedrijf met positieve inlaatdruk
• Open het ontluchtingsventiel (pos. A, afb. 2 of afb. 4) in de mantel.
• Sluit de afsluiter aan de perszijde.
• Open de afsluiter aan de inlaatzijde.
• Vul de pomp langzaam met de te verpompen vloeistof.
Sluit het ontluchtingsventiel onmiddellijk wanneer de vloeistof uit de
ontluchtingsopening begint te stromen.
1
Bedrijf met voordruk
• Open het ontluchtingsventiel (pos. A, afb. 2 of afb. 4) in de mantel.
• Sluit de afsluiter aan de perszijde.
• Vul de pomp en de zuigleiding met de te verpompen vloeistof m.b.v.
een trechter.
• Sluit het ontluchtingsventiel onmiddellijk wanneer de vloeistof uit de
ontluchtingsopening begint te stromen.
NB: Er moet een terugslagklep in de zuigleiding worden gemonteerd.
Vullen met spervloeistof
• Vul de drukverhoger en de afdichtingskamer/cartridge-afdichting met
spervloeistof, sluit de toevoerleiding van de spervloeistof aan op de
ongebruikte inlaat van de verhoger (pos. 4, afb. 8). De druk in de
afdichtingskamer/cartridge-afdichting dient altijd 1,5 tot 4 bar hoger
te zijn dan de pompdruk wanneer de pomp niet in bedrijf is.
2
p
= p
+ 1,5 tot 4 bar.
f
s
p
= Af te lezen van de drukmeter op de drukverhoger (pos. 8, afb. 8).
f
p
= Inlaatdruk wanneer de pomp niet in bedrijf is; moet altijd 0,1 tot
s
5 bar hoger zijn dan de atmosferische druk.
Af te lezen op de drukmeter in de verbindingsleiding (pos. 9, afb. 8)
tussen verhoger en pomp.
Ontluchten
Tijdens het vullen moeten de afdichtingskamer/cartridge-afdichting en
de drukverhoger worden ontlucht:
• Afdichtingskamer: Ontlucht de afdichtingskamer d.m.v. het ontluch-
3
tingsventiel aan de bovenkant van de afdichtingskamer (pos. 2,
afb. 2).
• Cartridge-afdichting: De cartridge-afdichting ontlucht zichzelf.
• Drukverhoger: Ontlucht de drukverhoger d.m.v. het ontluchtingsven-
tiel bovenop de verhoger (pos. 6, afb. 8).
De toevoerleiding van de spervloeistof loskoppelen.
• Koppel de toevoerleiding van de spervloeistof los van de drukverho-
ger.
4
Opstarten van de pomp
Zie ook de installatie- en bedieningsinstructies voor NK, NKG pompen.
• Schakel de pomp in en controleer de draairichting.
Zie de correcte draairichting op het ventilatordeksel van de motor.
• Ontlucht na een paar minuten de pomp opnieuw m.b.v. het ontluch-
5
tingsventiel (pos. A, afb. 2 of afb. 4).