Programmeren/configureren
3.
Op dit scherm ziet u:
in welke zone de melder geprogrammeerd is
welke zonetype voor deze melder
geprogrammeerd is
welk deelgebied hij bewaakt en
welke extra zone-eigenschappen beschikbaar
zijn.
4.
Bovendien krijgt u de indicatie RSSI te zien:
de ontvangen signaalsterkte. Voor een goede
communicatie zou deze waarde hoger dan 3 moeten
zijn.
Aanwijzing
Als een melder correct geprogrammeerd is, wordt
dit op de centrale met het symbool
zonenummer aangegeven.
Bij een geprogrammeerde zone van een UVM
(UVM functie 3 zender/ontvanger) verschijnt
bijvoorbeeld "w2".
Melder wordt al gebruikt
Aanwijzing
In zelden voorkomende gevallen is het mogelijk
dat de indicatie Melder wordt al gebruikt bij het
programmeren van de melder verschijnt nadat
u de bevestiging van het programmeren
ontvangen heeft, omdat de melder meer
dan één keer zijn signaal zendt.
In dit geval heeft deze indicatie geen betekenis.
Eventueel is deze melder al op een andere zone
geprogrammeerd.
50
Melder, of melder en zone-informatie wissen
1.
Selecteer de zone waarin de melder aangemeld is.
2.
Selecteer:
3.
Bevestig uw keuze met Volgende.
4.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
melder/zone met Ja of Vorige als u niet zeker bent.
Alles wissen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
naast het
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van
de melder en zone met Ja of Vorige als u niet zeker
bent.
Melder ID verwijderen als alleen de melder
moet worden gewist
Zone resetten als de melder en de zone-
informatie moeten worden gewist