Type
Verklaring
De tijdsduur van alle signaleringen bedraagt 30 seconden.
Een uitgang van het type "Perimeter waarschuwing" wordt 30 seconden lang geactiveerd.
Bij gedeactiveerde geprogrammeerd klinkt alleen de deurbel indien die is geprogrammeerd.
In-/uitgang
Deze zone activeert bij geactiveerde inbraakalarmcentrale pas na een ingestelde vertragingstijd
(ingangsvertraging) een alarm. Gebruik dit zonetype bijv. voor magneetcontacten aan uw
ingangsdeur. Bij het verlaten van het object kan het sluiten van deze zone ook worden gebruikt
voor de beëindiging van een uitgangsvertraging. Deze melder kan als "Normaal alarm" melder
bij een interne activering gebruikt worden.
Ingangsroute
Deze zone activeert geen alarm, als eerder een in-/uitgangszone de ingangsvertragingstijd
geactiveerd heeft. Er wordt direct alarm geslagen als er niet eerder een ingangsvertragingstijd
wordt geactiveerd. Gebruikt dit zonetype bijvoorbeeld voor een bewegingsmelder in de ingangshal
die gericht is op de ingangsdeur (met magneetcontacten). Deze melder kan als "In-/uitgang" melder
bij een interne activering gebruikt worden. Deze zone kan bij het verlaten van het
programmeermenu geopend zijn.
Techniek
Deze techniekzone activeert in gedeactiveerde toestand een alarm en een communicatie.
In geactiveerde toestand wordt alleen een communicatie maar geen alarm geactiveerd. Als in
geactiveerde toestand in deze zone een alarm optreedt, wordt deze bij het deactiveren van de
centrale aangegeven. Gebruik dit zonetype bijv. voor watermelders. De draadloze infomodule
en de draadloze binnensirene signaleren techniekalarmen net als de centrale met pieptonen.
Sleutel-
Programmeer een sleutelschakelaar (impuls) op de draadloze alarmcentrale. Een verandering
schakelaar
van deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van actief naar inactief of van inactief
impuls
naar actief (na afloop van de vertragingstijd).
Sleutel-
Op de inbraakalarmcentrale kan een sleutelschakelaar (aan/uit) aangesloten worden. Een
schakelaar
verandering van deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van actief naar inactief of van
continu
inactief naar actief (na afloop van de vertragingstijd). Let erop dat u de centrale alleen met de
sleutelschakelaar bedient. Bij onduidelijke toestand, bijvoorbeeld als de sleutelschakelaar gesloten
is, tegelijkertijd op het bedieningspaneel gedeactiveerd wordt, is het mogelijk dat de centrale
terugkeert naar de actieve toestand.
Sleutelkast
Deze zone wordt hoofdzakelijk in Scandinavië gebruikt. Als deze zone geopend wordt, wordt deze
gebeurtenis in het geheugen van de inbraakalarmcentrale opgeslagen. Tegelijkertijd kan dit via een
telefoonkiezer overgedragen worden. Er wordt geen alarm gegeven.
Als een zone van dit type nodig is, sluit de installateur de alarmdraden van deze zone (meestal de
hulpcontacten van een deurcontact) in de regel op een externe sleutelkast en de sabotagedraden
op de sabotageschakelaar van de behuizing aan.
Als iemand de behuizing opent, slaat de draadloze centrale de gebeurtenis op en meldt dit aan de
alarmontvanger.
Sabotage
Deze zone wordt voor de sabotagebeveiliging van externe apparaten gebruikt. De bewaking van
deze zone is continu actief. Als de centrale niet actief is, wordt alleen de interne sirene geactiveerd.
Als de centrale actief is, activeert de buitensirene en het flitslicht, evenals de communicatie
overeenkomstig de configuratie.
Als een zone met het type "Alleen logboek" activeert (alarm of sabotage), wordt een
Alleen logboek
logboekvermelding gemaakt en een uitgang die deze zone volgt geactiveerd. De zone kan in
actieve of niet actieve toestand van de draadloze alarmcentrale worden geactiveerd.
Zones met "Alleen logboek" kunnen aan meerdere deelgebieden worden toegewezen en de
eigenschap "Deurbel" krijgen.
Afbreken
Deze zone wordt ervoor gebruikt om de uitgangsvertraging bij een deelgebied met de eigenschap
"Afbreken uitgangsvertraging" af te breken. Het zonetype wordt typisch voor sleutelschakelaar (NO)
uitgangs-
vertraging
gebruikt. Opmerking: Deze zone is tijdens de uitgangstijd actief, maar niet actief bij actieve en niet
actieve toestand van de draadloze alarmcentrale. Als de eigenschap "Deurbel" aan deze zone
wordt toegewezen, klinkt bij actieve en inactieve toestand de draadloze alarmcentrale.
Programmeren/configureren
45