Inleiding
EN 50136-3 §6.2
Toegangsniveau 1
Toegang voor iedereen
Toegangsniveaus 2
Gebruikerstoegang, bijv. door een bediener
Toegangsniveau 3
Gebruikerstoegang, bijv. door personeel van een
beveiligingsfirma
Toegangsniveau 4
Gebruikerstoegang, bijv. door de fabrikant van
de inrichting
Opmerking:
Toegangsniveau 4 wordt bij een wijziging van de
bedrijfssoftware toegepast zonder een sabotage-
inrichting aan de centrale of de aanvullende
bedieningsinrichting geactiveerd te hebben.
Trillingsmelders
Deze melders detecteren vibraties die bij
inbraakpogingen ontstaan.
Tunstall
Een protocol voor zorgnoodoproep
UCP
Universal Computer Protocol
Uitwendige bewaking
Hier worden alle toegangen tot het object bewaakt;
hieronder vallen huisdeuren, terrasdeuren, kelderdeuren,
luiken en alle vensters; hier worden gewoonlijk
magneetcontacten, glasbreukmelders en de draadloze
venster-/deurbeveiliging toegepast – een verblijf in het
gebouw is bij geactiveerd alarmsysteem te allen tijde
mogelijk.
VdS
Verband der Schadensversicherer. Legt richtlijnen vast
voor verschillende veiligheidsniveaus.
VDS-A voor privégebruik
VDS-Home voor Home-Gevaren-Management-Systemen
VDS-B voor zakelijk gebruik
VDS-C voor banken en juwelierszaken (hoge
bedrijfsrisico's)
Watermelder
20
Voor de detectie van waterschade/overstroming,
bestaande uit een basisapparaat en een watervoeler
(voeler altijd monteren op de plaats die bij een
waterschade als eerste overstroomd wordt).
Zone
Ander woord voor lijn. Beschrijft een afgesloten circuit
waarop de alarm- resp. sabotagecontacten zijn
aangesloten en met de inbraakalarmcentrale verbonden
zijn. Bij functies wordt in de regel per melder een
draadloze zone gebruikt.