Aanwijzing
Let er bij de montage op dat de behuizing-
sabotageschakelaar (1) contact heeft met de
wand!
Let erop dat het onderste deel en de ingebouwde
componenten bij het vastdraaien van de
schroeven niet beschadigen en dat alle schroeven
goed vastgedraaid zijn!
6.
Bevestig het onderste deel aan de wand.
7.
Sluit het apparaat in stroomloze toestand vakkundig
op het elektriciteitsnet aan.
8.
Monteer het zadel voor trekontlasting.
9.
Verbind de netwerkkabel met aansluiting op de
printplaat.
10. Plaats de accu('s) in het batterijvak.
Componenten aansluiten
Over inbraakalarmcentrales in het algemeen
Onoordeelkundige of slordige
installatiewerkzaamheden kunnen leiden tot
verkeerde interpretaties van signalen en
dientengevolge tot ongewenste alarmen.
De kosten voor mogelijke acties van
reddingsdiensten zoals: brandweer of politie,
moet de gebruiker van de installatie betalen.
Lees daarom deze gebruiksaanwijzing nauwgezet
door en let bij de installatie van het systeem op
een nauwkeurige aanduiding van de toegepaste
leidingen en componenten.
11. Sluit alle componenten op de contactstrip aan.
12. Controleer of alle verbindingen goed zijn
aangesloten.
Optionele gsm inbouwen (FUMO50000)
Indien voorhanden:
Steek de GSM-module (FUMO50000) op de
kabelconnector (CON 7 GSM/GPRS) van de printplaat.
Let er daarbij op dat geen elektronische componenten
worden beschadigd. Probeer deze niet aan te raken.
(zie hiervoor ook de installatiehandleiding FUMO50000).
Micro SD-kaart inbouwen
1.
Steek de SD-kaart in de SD-kaarthouder op de
printplaat als deze niet reeds voorgeïnstalleerd is.
2.
Controleer of de SD-kaart goed in de kaarthouder zit.
Afsluitende maatregelen
1.
Controleer om vals alarm te voorkomen of alle
verbindingen zich in goede staat bevinden en
vastzitten.
2.
Verbind de stekker van de bandkabel van de
bovenkant van het apparaat met de kabelconnector
(CON 2) op de printplaat.
De centrale software herkent automatisch het type
van het bovenste deel van de behuizing, touchfront of
toetsenfront.
Bij het inschakelen controleert de software welk front
ingebouwd is.
Dit betekent dat de bedieningsinterface en enkele
functies wijzigen om het Secvest touchfront of het
Secvest toetsenfront te ondersteunen.
Als de software een touchfront herkent, wisselt deze naar
de Secvest touchmodus. Anders ondersteunt de software
de Secvest toetsmodus.
Opmerking:
Details zie gebruikershandleiding paragraaf 10.5.1
"Functies"
3.
Steek de stekker van de aansluitkabel van de
accu('s) in de connector (BATT1 CON8, BATT2
CON9) op de printplaat.
Na het aansluiten van de accu wordt de installatie
ingeschakeld.
Schakel ook de hoofdstroomvoorziening in.
Steek ofwel de externe netstekkervoeding in het
stopcontact of schakel de stroomkring, waarmee
de Secvest met 230 V wordt gevoed, opnieuw in.
Tip:
Door het verwijderen en opnieuw aansluiten van de
230 V hoofdzekering binnen de Secvest, kunt u een
uit/aan van de 230 V voeding initiëren.
4.
Sluit voorzichtig de behuizing door deze eerst boven
in de daarvoor bestemde haakjes vast te zetten,
naar beneden te klappen en in de vergrendelpunten
te duwen.
Monteren / Installeren
23