Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Starten; Stoppen - Ingersoll Rand 9/230 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Weergegeven Code
451
452
488
489
493
497
515
516
524
527
528
529
539
551
599
611
* SMI (storingsmodusindicator) – Er is een diagnostische tool voor de motor vereist om dit te kunnen weergeven.

STARTEN

Controleren dat noodstop knop gereset wordt.
WAARSCHUWING: Deze machine mag onder geen enkele
omstandigheid met behulp van vluchtige vloeistoffen zoals
ether worden gestart.
Alle
gebruikelijke
startprocedures
bedieningsschakelaar uitgevoerd.
1
Draai de contactschakelaar naar positie 1;
– De reserve–startcompressor treedt in werking om de inlaatklep te
sluiten.
– De Wedge–controller voert een lamp–test uit.
– De indicatielampjes voor lage motoroliedruk en lage accuspanning
lichten op om aan te geven dat de communicatie tussen Wedge en
motor–ECM in orde is.
Lampje inlaatverwarmer / Wacht met starten
.
Draai de contactschakelaar naar de aan–stand 1 totdat het
waarschuwingslampje voor de inlaatverwarmer 13 uitgaat.
N.B.: Positie 2 wordt niet gebruikt
SMI*
Definitie
3
Circuit druksensor injector–maatrail #1 – spanning te hoog
4
Circuit druksensor injector–maatrail #1 – spanning te laag
0
Temperatuur inlaatspruitstuk te hoog – waarschuwing
1
Toerental transmissie–uitvoeras (achterste as) te laag – waarschuwing
13
Storing kalibratietrim–circuit brandstofpomp
2
Schakelcircuit synchronisatie meerdere machines – data incorrect
3
Circuit voedingsspanning frequentie–positiesensor gaspedaal – spanning te hoog
4
Circuit voedingsspanning frequentie–positiesensor gaspedaal – spanning te laag
2
Validatie alternerende statiekschakelaar OEM – data incorrect
3
Reserve–invoer/–uitvoer #2 circuit – spanning te hoog
2
Alternerende moment–validatieschakelaar OEM– data incorrect
3
Reserve–invoer/–uitvoer #3 circuit – spanning te hoog
11
Storing injector–regelklep electronisch filter (Transorb)
4
Circuit stationair–validatie gaspedaal – spanning te laag
14
Uitschakelen OEM–geregelde dubbele output
31
Uitschakelen door oververhitte motor
worden
met
2
3
BEDIENINGS–INSTRUKTIES
.
Draai de contactschakelaar naar de startpositie 3 (positie voor
starten motor).
.
Laat terugkomen naar de aan–stand 1 wanneer de motor start. De
motor zal nu met een gereduceerde toerental draaien.
.
Tijdens het warmdraaien draait de motor stationair op 1500 tpm.
Na het warmdraaien draait de motor stationair op een lager
toerental.
de
N.B.: Om de machine op een gereduceerde belasting te kunnen
starten, is er een klep in het regulatiesysteem opgenomen die wordt
bestuurd met behulp van een onderhoudsluchtschakelaar op het
instrumentenpaneel. (De klep keert automatisch terug naar de
start–positie wanneer de machine wordt uitgeschakeld en de luchtdruk
uit het systeem wordt afgelaten).
.
Laat de motor zijn bedrijfstemperatuur bereiken. Druk vervolgens
op de drukregelingsknop.15.
.
De machine kan nu zonder gevaar op vollast draaien.
VOORZICHTIG! Als de motor niet aanslaat, herhaal dan
bovenstaande procedure, nadat u 1 minuut heeft gewacht.
Als de
machine
ONDERHOUDSBOEK.

STOPPEN

.
Sluit de service–afsluiter.
.
Laat de kompressor kort op nullast draaien zodat de motor kan
afkoelen.
.
Draai de AAN/UIT–startschakelaar naar de 0 (uit) stand.
9/230, 9/270, 9/300, 12/235, 17/235, 21/215, 9/230HA, 9/270HA, 9/300HA, 12/235HA, 17/235HA, 21/215HA
niet
wil
starten,
raadpleeg
29
dan
het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave