Servicehandboek
17
Stap 4
In het display verschijnt automatisch de nevenstaande aanwijzing
met de temperatuur van de NTC-voeler in °C.
Indien een abnormale waarde wordt aangetoond, moet u de NTC-
voeler controleren: 55kΩ bij 20°C, 4,7kΩ bij 90°C.
Anders drukt u een keer op de plustoets en gaat u door met
Stap 5
In het display verschijnt automatisch de nevenstaande aanwijzing
om aan te tonen dat alle elementen van stroom worden voor-
zien.
Druk een keer op de plustoets en ga door met
Stap 6
Het stoomgenerator-symbool knippert. Het verwarmingselement
wordt ingeschakeld.
Controleer
de veiligheidsthermostaat I = 0
de bedrading I = 0
de weerstand van de stoomgenerator I = 0
de vermogensprintplaat I = 0
Druk een keer op de plustoets en ga door met
Stap 7
Normaliter heeft het ventiel het verwarmingselement van water
voorzien. Is dit proces nog niet beëindigd, verschijnt VANN ON in het
display. Indien VANN OFF wordt aangetoond, moet u de deur van het
apparaat openen en het water controleren.
Let op!
De deur moet worden geopend om door te gaan.
Na het openen en sluiten van de ovendeur drukt u een keer op de plustoets en gaat u door met
Stap 8
De dwarsstroomventilator en de plafondverwarming worden inge-
schakeld. Open de deur van het apparaat en controleer de tempe-
ratuur van het ovenplafond. Het ovenplafond moet zeer heet zijn.
Indien dat niet het geval is, moet u de bedrading en de plafondver-
warming controleren. De waarde moet ca. 350Ω bedragen.
Druk een keer op de plustoets en ga door met
Stap 9
Ver ON verschijnt in het display en toont aan dat de thermistor inge-
schakeld is. De klep sluit langzaam. Indien niet Ver on wordt aan-
getoond, moet u de stroomvoorziening van de activator en van de
weerstand (1kΩ) controleren.
Druk een keer op de plustoets en ga door met
Stap 10
Programma-einde
Uitsluitend voor intern gebruik