FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Trimmen van de buitenboordmotor voorbij een neutrale stuurconditie kan resulteren in trekken aan het
stuurwiel of de stuurknuppel en verlies van controle over de boot. Zorg dat u de controle over de boot
behoudt als u voorbij een neutrale stuurconditie trimt.
Bekijk de volgende lijst aandachtig.
1.
In- of omlaagtrimmen kan:
•
de boeg verlagen;
•
resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of bij een boot met zware
achtersteven;
•
de boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie
rechtsom);
•
bij overmatige toepassing de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat deze tijdens
planee door het water begint te 'ploegen'. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of
rechts (boegsturen of oversturen genoemd) tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of
als er een hoge golf is.
Gebruik van de boot met hoge vaarsnelheden terwijl de buitenboordmotor te ver omlaag is getrimd, kan
overmatig boegsturen veroorzaken, waardoor de bestuurder de macht over de boot zou kunnen
verliezen. Installeer de trimbegrenzingspen op een positie die overmatig omlaag trimmen verhindert en
gebruik de boot op veilige wijze.
•
In zeldzame gevallen kan de eigenaar beslissen om minder in te trimmen. Dit gebeurt dan door de
opklapaanslagpen opnieuw te plaatsen in het gewenste afstelgat in de spiegelklem.
2.
Uit- of omhoogtrimmen kan:
•
de boeg hoger uit het water tillen;
•
de topsnelheid over het algemeen doen toenemen;
•
de afstand tot voorwerpen onder water of tot een ondiepe bodem doen toenemen;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken bij normale installatiehoogte (bij
schroef met normale rotatie rechtsom);
•
bij overmatige toepassing leiden tot stampen van de boot of luchthappen van de schroef.
•
leiden tot oververhitting van de motor als de koelwaterinlaatopeningen boven de waterlijn komen.
OPKLAPPROCEDURE
Om de buitenboordmotor op te klappen schakelt u de motor uit en drukt u de trim-/opklapschakelaar of de
extra opklapschakelaar omhoog. De buitenboordmotor wordt opgeklapt totdat u de schakelaar loslaat of
totdat de motor de maximale stand bereikt.
1.
Zet de opklapgeleidehendel vast door de hendel omlaag te draaien.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
54
nld