XFP NETWERKBAAR ANALOOG ADRESSEERBAAR BRANDMELDPANEEL
UITGANGEN ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Met deze functie kunt u instellen dat een of meer uitgangssets bij brand geen alarm geven. Deze functie
wordt doorgaans gebruikt om te voorkomen dat automatische brandmelders tijdens routineonderhoud
afgaan. Als u deze functie selecteert en op de knop Bevestig
ongeveer zo uitziet:
Uitgangsset : Alle
Selecteer de uitgangsset (1 - 16 of ALLEMAAL) die gedeactiveerd moet worden met de knoppen
Druk als de gewenste uitgangsset is geselecteerd op de knop Bevestig
of Gedeactiveerd) van de betreffende set gaat knipperen. Gebruik daarna de knoppen
Geactiveerd en Gedeactiveerd te schakelen en druk vervolgens op de knop Bevestig
accepteren. Het venster toont daarna de volgende uitgangsset om te activeren of deactiveren. Als u dat
niet wilt, druk dan op de knop Terug
RELAIS' ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Met deze functie kunt u een of meer van de drie relais voor randapparatuur uitschakelen. Als u deze functie
selecteert en op de knop Bevestig
Paneelrelais :- 1
Selecteer het relais (1, 2 of 3) dat gedeactiveerd moet worden met de knoppen
gewenste relais is geselecteerd op de knop Bevestig
het betreffende relais gaat knipperen. Gebruik daarna de knoppen
Gedeactiveerd te schakelen en druk vervolgens op de knop Bevestig
3
venster toont daarna het volgende relais om te activeren of deactiveren. Als u dat niet wilt, druk dan op de
knop Terug
om naar het vorige menu terug te keren.
COMPONENTEN ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Met deze functie kunnen componenten in de lus worden gedeactiveerd zodat ze geen fouten, branden,
pre-alarms, enz. meer melden. Deze functie wordt doorgaans gebruikt om detectors/melders die vanzelf
afgaan uit te schakelen. Als u deze functie selecteert en op de knop Bevestig
venster dat er ongeveer zo uitziet:
Zone selecteren :1: Productieafdeling
5
Gebruik de knoppen
activeren zich bevindt. Als u deze functie selecteert en op de knop Bevestig
van alle componenten in die zone die kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd, bijvoorbeeld:
Productieafdeling:- 1: Herentoilet
Lus:1 Component:3 :Actief
5
Gebruik de knoppen
component verschijnt op de knop Bevestig
betreffende component gaat knipperen. Gebruik daarna de knoppen
Gedeactiveerd te schakelen en druk vervolgens op de knop Bevestig
3
venster toont daarna het volgende component om te activeren of deactiveren. Als u dat niet wilt, druk
dan op de knop Terug
Opmerking: als alle ingangscomponenten in een zone individueel worden gedeactiveerd, wordt de zone in
z'n geheel ook gedeactiveerd. Als u een zone waarin geen actieve componenten zitten probeert te
heractiveren met de functie ZONES ACTIVEREN/DEACTIVEREN zoals beschreven op pagina 25, verschijnt er
een melding die zegt dat dat niet mogelijk is. U dient eerst minimaal een component in de zone te
activeren voordat u de zone zelf heractiveert.
STORINGSRELAIS ACTIVEREN/DEACTIVEREN
Met deze functie kun u het storingsrelais op het paneel bij een foutmelding onderdrukken. Als u deze
functie selecteert en op de knop Bevestig
Storingsrelais is:-
Actief
5
4
Gebruik de knoppen
de knop Bevestig
om uw keuze te accepteren. Als u dat niet wilt, druk dan op de knop Terug
naar het vorige menu terug te keren.
XFP INSTALLATIE HANDLEIDING • Documentgoedkeuringsnr. DFU1200514 Revisie 1 • pagina 26 van 36
3
om naar het vorige menu terug te keren.
4
drukt, verschijnt er een venster dat er ongeveer zo uitziet:
6
en
om de zone te selecteren waarin het component dat u wilt deactiveren/
6
4
en
om door de beschikbare componenten te scrollen. Druk als het gewenste
en het statuslampje (Geactiveerd of Gedeactiveerd) van het
om naar het vorige menu terug te keren.
4
drukt, verschijnt het volgende venster:
6
en
om tussen Geactiveerd en Gedeactiveerd te schakelen en druk vervolgens op
4
drukt, verschijnt er een venster dat er
4
en het statuslampje (Geactiveerd
4
5
6
en het statuslampje (Geactiveerd of Gedeactiveerd) van
4
en
om uw keuze te accepteren. Het
5
4
om uw keuze te accepteren. Het
5
6
4
en
om tussen
om uw keuze te
5
6
en
. Druk als het
om tussen Geactiveerd en
4
drukt, verschijnt er een
4
drukt, verschijnt er een lijst
6
en
om tussen Geactiveerd en
5
6
en
.
3
om