Inhoudsopgave
Advertenties
XFP NETWERKBAAR ANALOOG ADRESSEERBAAR BRANDMELDPANEEL
Geef NIEUWE toegangscode niveau 2:****
Bevestig nieuwe toeg.code niveau 2:
Voer de code nogmaals in door de knoppen
codes overeenkomen, wordt de nieuwe code geaccepteerd en keert u terug naar toegangsniveau 3. Als u een onjuiste
bevestigingscode invoert, dient u het proces te herhalen. Hetzelfde proces kan worden gebruikt om de toegangscode
voor niveau 3 te wijzigen. BEWAAR DE GEWIJZIGDE CODE GOED VOOR EVENTUEEL TOEKOMSTIG GEBRUIK.
Met PC verbinden
Met deze functie kunt u de PC-verbinding van het paneel activeren voor programmeerdoeleinden. ALLE oorzaaken
gevolgprogrammering, component- en zonebenaming en zonespecifieke functies enz. dienen te worden
uitgevoerd met onze PC-programmeersoftware (artikelnr. XFP507). Als het bericht MET PC VERBINDEN? verschijnt,
dient u op de knop Bevestig
PC aangesloten...
Druk ESC om pc-verbinding te verbreken
Als er een probleem is met de PC-verbinding wordt dit op de PC weergegeven als u locatiespecifieke
gegevens probeert te up- of downloaden.
Netwerkfuncties
Als u deze menuoptie selecteert, gaat u naar het submenu Netwerkfuncties waar u het paneel onderdeel van een
netwerk van maximaal XFP- masterpanelen kunt maken of maximaal acht XFP-repeaters kunt aansluiten. Deze
optie is alleen beschikbaar als u een netwerkkaart hebt geïnstalleerd (zie pagina 12 en 13 voor een gedetailleerd
overzicht van het masterpaneelnetwerk en repeater-aansluiting). In het submenu Netwerkfuncties hebt u drie
opties - COMMUNICATIE- FUNCTIE INSTELLEN, PANEEL- NUMMER INSTELLEN end PANEEL ALS GEPLAATST
INSTELLEN. Andere opties zoals welke gebeurtenissen en welke besturingsmogelijkheden er tussen
genetwerkte panelen mogelijk zijn, kan worden ingesteld met de PC-programmeersoftware van het paneel.
COMMUNICATIE- FUNCTIE INSTELLEN
Met deze functie kunt u de RS485-communicatiepoort van het paneel instellen voor netwerk- of
repeatermodus. Als u deze selecteert en vervolgens op de knop Bevestig
venster dat er ongeveer zo uitziet:
COMM. STAAT OP: REPEATER
Gebruik de knoppen
keuze te accepteren. De flashdatabase van het paneel wordt bijgewerkt waarna u terugkeert naar het submenu
Netwerkfuncties.
PANEEL- NUMMER INSTELLEN
Als het paneel wordt aangesloten op een netwerk met XFP- hoofdpanelen, kunt u het paneel met deze functie een
uniek id-nummer geven (1-8) zodat het wordt herkend door de andere panelen in het netwerk. Repeaters hoeven
geen id-nummer toegewezen te krijgen.Als u deze functie selecteert en vervolgens op de knop Bevestig
verschijnt er een venster dat er ongeveer zo uitziet:
PANEELNUMMER INSTELLEN: 1
Gebruik de knoppen
uw keuze te accepteren. De flashdatabase van het paneel wordt bijgewerkt waarna u terugkeert naar het
submenu Netwerkfuncties.
PANEEL ALS GEPLAATST INSTELLEN
Met deze functie kunt u de foutcontrolefunctie van andere genetwerkte XFP- hoofdpanelen uitzetten. De functie
wordt doorgaans gebruikt als er onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd aan een genetwerkt paneel om
tijdelijk te voorkomen dat er foutmeldingen optreden. Als u deze selecteert en vervolgens op de knop Bevestig
drukt, verschijnt er een venster dat er ongeveer zo uitziet:
NETWERKPANEEL: 1
4
Gebruik de knoppen
Bevestig
om uw keuze te accepteren. De flashdatabase van het paneel wordt bijgewerkt waarna u terugkeert
naar het submenu Netwerkfuncties. Vergeet niet om deze functie weer te deactiveren als het onderhoudswerk
klaar is.
XFP INSTALLATIE HANDLEIDING • Documentgoedkeuringsnr. DFU1200514 Revisie 1 • pagina 20 van 36
5
4
te drukken. Als alle verbindingen in orde zijn, verschijnt het volgende bericht:
5
6
en
om tussen Repeater en Netwerk te scrollen en druk op de knop Bevestig
5
6
en
om naar het gewenste nummer te scrollen en druk op de knop Bevestig
5
6
en
om naar het gewenste genetwerkte paneel te scrollen en druk op de knop
4
6
3
(1)
(2)
(3)
(4) in dezelfde volgorde in te drukken. Als de twee
4
drukt, verschijnt er een
4
om uw
4
drukt,
4
om
4
Advertenties
Inhoudsopgave
