XFP NETWERKBAAR ANALOOG ADRESSEERBAAR BRANDMELDPANEEL
C = handbrandmelder
O = optische detector
H = hittemelder
3
Om de resterende componenten in de lus te zien, kunt u gebruik maken van de knoppen
op de knop Terug
om naar het submenu Inbedrijfstelling terug te keren.
ZONE/GROEP TOEWIJZEN
Met deze functie kunt u componenten toekennen aan detectorzones of alarmgevergroepen. Normaal
gesproken wordt dit via de PC-programmeersoftware gedaan maar de functie zit ook op het paneel voor het
geval u een component op korte termijn moet toevoegen en er niet direct een PC beschikbaar is. Op die
manier kunt u een nieuw component op basale wijze installeren en het op een later tijdstip correct
configureren. Als u deze functie selecteert, wordt u gevraagd om de lus waaraan het component moet
worden toegewezen in te voeren, gevolgd door het adresnummer:
Lus: 1 Comp:-1
Maak gebruik van de knoppen
selecteren. U krijgt vervolgens het zone-/groeptoewijzingsvenster te zien, bijvoorbeeld:
Productieafdeling: geen naam toegekend
Hoort bij zone:- 1
5
Gebruik de knoppen
en
keuze te accepteren. Het component wordt aan de geselecteerde zone/groep toegekend waarna u wordt gevraagd
3
of u op dezelfde manier een andere lus wilt selecteren om een component toe te voegen. Zo niet, druk dan op de
knop Terug
om naar het submenu Inbedrijfstelling terug te keren. Belangrijk: hoewel I/O-apparatuur enz. met dit
menu aan zones kunnen worden toegewezen, geldt dat alleen voor hun ingangsfuncties. Voor de uitgangssets
dient gebruik te worden gemaakt van de PC-programmeersoftware.
COMPONENTEN IJKEN
De dagelijkse ijking van de rook- en hittemelders (nodig om rekening te houden met veranderingen in de
omgevingstemperatuur en afwijkingsfactoren) vindt elke dag om 04:00 uur plaats, of op een door de monteur
/ technicus geprogrammeerde tijd. Met de functie COMPONENTEN IJKEN kunt u op elk gewenst moment
handmatig een extra ijking van de systeemcomponenten uitvoeren. Als u deze functie selecteert, wordt u
gevraagd of u door wilt gaan:
Verdergaan met ijking componenten
De ijking start als u op de knop Bevestig
omvang van het systeem. Als de ijking is voltooid, keert het systeem automatisch terug naar het submenu
Inbedrijfstelling.
DE LUS(SEN) IN GEBRUIK NEMEN
Met deze functie worden de luseigenschappen bijgewerkt (ijkingsniveaus, besmettingswaarden, enz.) en worden
de typecodes van alle componenten die op de lus zijn aangesloten gecontroleerd. Als u deze functie selecteert,
wordt u gevraagd of u door wilt gaan:
Dit kan enkele minuten duren
OK om verder te gaan?
E.e.a. start als u op de knop Bevestig
submenu Inbedrijfstelling.
IJKINGSPROBLEMEN TONEN
Met deze functie kunt u zien welke detector(en) ijkingsproblemen hebben. Er wordt een lijst getoond met
detectoren die met zekerheid ijkingsproblemen hebben (en die dus niet meer betrouwbaar zijn) en
daarnaast verschijnt er een lijst met detectoren die op dat moment worden gecontroleerd en die MISSCHIEN
niet goed werken.
Als er bevestigend wordt gereageerd op het bericht IJKINGSPROBLEMEN TONEN , verschijnen de gegevens
van de eerste detector met een ijkingsprobleem. Bijvoorbeeld:
Lus:1 Component:23 :IJkingsprobleem
Uitgangskanalen 1 & 3 AANzetten
XFP INSTALLATIE HANDLEIDING • Documentgoedkeuringsnr. DFU1200514 Revisie 1 • pagina 23 van 36
I = ionisatiedetector
S = alarmgever
D = multisensor
5
6
,
en Bevestig
6
om naar de gewenste zone of groep te scrollen en druk op de knop Bevestig
4
drukt. Dit kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van de
4
drukt. Na afronding, keert het systeem automatisch terug naar het
M = module
Z = zonebewaking
? = onbekend
4
om de gewenste lus en het adres (component) te
5
6
en
. Druk
4
om uw