De olie in de pomptandwielkast
controleren
Inhoud: 1,0 liter
EP 90 tandwielolie
1. Controleer of de olie tot de bovenste markering op de
peilstok reikt
(Figuur
2. Vul indien nodig olie van de juiste klasse bij langs de
peilstokopening.
Belangrijk: Vul de tandwielkast niet te vol.
Figuur 27
1. Vulplug/ontluchting
2. Peilstok
De tractor gebruiksklaar
maken
De gesleepte maaicombinaties TM5490 en TM7490 zijn
ontworpen voor gebruik met standaard landbouw- of
industriële tractoren met een minimaal vermogen van 45
rem-pk (TM5490) en 70 rem-pk (TM7490). Ze moeten ook
uitgerust zijn met een ringkoppeling (trekhaak met ring) en
een achteraftakas van 540 tpm.
De maaicombinaties TM5490 en TM7490 hebben een
volledig onafhankelijk hydraulisch systeem dat aangedreven
wordt door de achteraftakas van de tractor. Het systeem
wordt geactiveerd wanneer u de achteraftakas van de tractor
inschakelt. U kunt de maaidekken omhoog en omlaag
brengen met een afstandsbediening die zich bij de bestuurder
bevindt.
27).
3. Aftapplug (onderkant)
GEVAAR
Een veiligheidscabine of rolbeugel aanpassen kan
deze verzwakken en de kans op ernstig letsel of de
dood bij een botsing vergroten.
Bevestig de montagebeugels niet aan het frame
of de structuur van een veiligheidscabine of een
rolbeugel.
Voer deze procedure uit nadat u de maaier voor het eerst aan
de tractor hebt bevestigd.
Bij de machine wordt een snelmontagebeugel geleverd
waarmee u de bedieningshendels op de tractor kunt monteren
in een stand die aangenaam is voor de gebruiker. Laat bij het
kiezen van een positie voldoende speling in de bowdenkabels
zodat de maaier ten opzichte van de tractor kan draaien
in bochten, op heuveltoppen enz. Er kan ernstige schade
ontstaan als de bowdenkabels tijdens het werk uitgetrokken
of gekneld worden. Controleer de loop van de bowdenkabels
en zorg dat ze geen knelpunten en voldoende speling hebben.
De tractor moet uitgerust zijn met gazonbanden om fijn
gras zo weinig mogelijk te beschadigen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw tractor of uw tractordealer voor
meer informatie over de aanbevolen banden. Besteed extra
aandacht aan de bandendruk van de tractor: deze heeft een
grote invloed op het stuurgedrag, de tractie en resulterende
grasbeschadiging.
De maaier aan een tractor
koppelen
Belangrijk: Voordat u de maaier in gebruik neemt,
moet u ervoor zorgen dat de aftakas de juiste lengte
heeft; zie
Montage (bladz.
De trekhaken aansluiten
1. Rij de tractor achteruit tot hij ongeveer op de juiste
plaats ten opzichte van de maaier staat om de positie
van de trekstang van de maaier te bepalen.
2. Schakel de parkeerrem van de tractor in, zet de motor
af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
3. Lijn de trekhaak van de maaier uit met de ringkoppeling
van de tractor. Wijzig indien nodig de hoogte van
de ringkoppeling door de trekstang in de juiste
bevestigingsgaten in de voorplaat van de maaier aan te
brengen; zie
Bevestigingslocaties trekstang (bladz.
23
10).
24).