De Maaier Klaarmaken Voor Transport; Bediening Van Het Maaidek; De Bedieningsorganen Controleren; Het Remsysteem In Werking Stellen - Toro TM5490 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor TM5490:
- Gebruikershandleiding (94 pagina's) ,
- Installatie-instructies (21 pagina's) ,
- Installatie-instructie (17 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
6. Als de maaier over de optionele elektrische hefset
beschikt, koppel dan de voedingskabel af van de
sigarettenaansteker en de bedieningskabel van de
afstandsbediening in de cabine. Ga als volgt te werk:
Koppel de afstandsbedieningskast los van de
montagebeugel van de tractor en bewaar de kast op
de maaier.
Opmerking: Laat de afstandsbedieningskast niet op
de grond liggen.
7. Koppel de verlichtingsstekker en -kabel van de
contrastekker van de tractor en bewaar de stekker en
kabel op de maaier.
8. Verplaats de tractor om de ringkoppeling los te maken
van de trekhaak van de tractor.
9. Koppel de remslang los van de hulpremaansluiting van
de tractor.
10. Koppel de remslang aan op de fitting op het schot van
de maaier.
11. Rij de tractor weg van de maaier.
Belangrijk: Zorg dat er geen obstructies zijn en
dat de tractor volledig van de maaier is gekoppeld
voordat u de tractor wegrijdt van de maaier.
De maaier klaarmaken voor
transport
1. Start de motor van de tractor en schakel de aftakas in.
2. Gebruik de algemene bedieningshendel (de korte
bedieningshendel) om alle maaidekken volledig
omhoog te brengen naar de transportstand.
3. Schakel de motor van de tractor uit, ga terug
naar de maaier en bevestig alle ophangarmen
van de maaidekken en de buitenste maaidekken
in de transportstand. Hiervoor dient u de
veiligheidssluitingen van de transportvergrendelingen
vast te maken.
4. Breng een dun laagje smeermiddel aan op alle zichtbare
hydraulische cilinderstangen en de oppervlakken van
de bedrijfsnokken van de verdeelklep.
Bediening van het maaidek
De bedieningsorganen controleren
Gebruik de buitenste lange bedieningshendels beurtelings
om de 2 vleugelmaaidekken op te tillen (maaidek 1 en 5 voor
model 02700 of maaidek 1 en 7 voor model 02701). Doe dit
zorgvuldig en observeer de beweging van de maaidekken; zorg
dat ze niet gehinderd worden door slecht geleide hydraulische
slangen. Het is normaal dat de bedieningsorganen de eerste
keer met vertraging reageren: er wordt dan lucht uit het
hydraulische systeem gedreven. Laat de maaidekken neer op
de grond.
Gebruik de middelste lange bedieningshendel om de
middelste maaidekken op te tillen (maaidek 2, 3 en 4 voor
model 02700 of maaidek 2, 3, 4, 5 en 6 voor model 02701); ga
hierbij op dezelfde manier te werk als hierboven.
Het remsysteem in werking stellen
WAARSCHUWING
Als u de machine test waar zich omstanders of
voertuigen bevinden, kan dit lichamelijk letsel en
materiële schade veroorzaken.
Voer deze tests indien mogelijk uit op een private
weg.
1. Controleer het remsysteem: zorg dat alle onderdelen
correct gemonteerd en bevestigd zijn en dat alle kabels
juist aangespannen zijn. Trek de handrem voorzichtig
naar boven. Zorg dat de remmen aangrijpen wanneer
de hendel 70 tot 80 procent van zijn weg heeft afgelegd.
Als dat niet het geval is, laat dan de handrem los, stel
het spanslot af en probeer het nog eens.
Opmerking: Herhaal deze procedure tot u 70 tot
80 procent verkrijgt.
2. Schakel de handrem opnieuw in.
3. Rij met de tractor en probeer de maaier vooruit te
trekken. Controleer of de remmen van de maaier naar
behoren werken. Rij met de tractor en probeer de
maaier achteruit te duwen. Controleer of de remmen
van de maaier naar behoren werken.
Opmerking: Als de remmen niet naar behoren
werken, controleer dan nogmaals de koppelingen van
het remsysteem. Neem contact op met uw dealer als u
hulp nodig hebt.
4. Laat de hendel van de handrem helemaal zakken om de
remmen van de maaier uit te schakelen.
5. Rij de tractor/maaiercombinatie met 32 km/u
rechtdoor en rem geleidelijk en krachtig zonder te
slippen. Controleer de remprestaties van de maaier.
Opmerking: Als de remprestaties links en rechts
ongelijk zijn, stel dan de remkabels van de wielen af.
Herhaal de remtest tot de prestaties bevredigend zijn.
6. Rij de tractor/maaicombinatie met de maximale
snelheid waarmee u deze gaat gebruiken, maar niet
sneller dan 40 km/u; zie
Trap de rem stevig in zonder te slippen. Voordat
u tot stilstand komt, versnelt u opnieuw tot u de
maximumsnelheid bereikt hebt.
Opmerking: Zorg dat de remmen geleidelijk
aangrijpen, niet heftig. Vermijd agressief/bruusk
remmen tijdens deze tests: geef de remblokken de kans
zich correct te 'zetten'.
26
Veilige bediening (bladz.
3).
Advertenties
Inhoudsopgave
