Figuur 11
Alleen maaidek van 200 mm
1. Schokbreker
2. Borgmoer (M10)
3. Ring (M10)
4. Rolbehuizing
8. Monteer de vergrendelingsplaten van de vleugelarmen
(stap 6) op de overeenkomende maaidekken, en
bevestig de platen met 4 slotbouten (M10 x 25), 4
ringen (M10) en 4 borgmoeren (M10).
9. Pas maaidek 5, 6 en 7 aan van linkse naar rechtse
configuratie. Ga als volgt te werk:
A. Verwijder de beschermkap en gooi deze weg.
B. Verwijder de snapring.
C. Verwijder het contragewicht samen met de O-ring
en monteer het aan de niet-aangedreven zijde.
D. Draai de inbusschroeven vast met een torsie van
80 Nm.
E. Monteer de snapring aan de aandrijvingszijde.
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding
voor de maaidekken voor meer informatie.
5. Plaat van rolbehuizing
6. Slotbout (M10 x 55 mm)
7. Bout (M10 X 90 mm)
10. Stel de handwielen voor de cilinderafstelling van
maaidek 4 in op de gehoekte achteruitstand; zie
6:
A. Verwijder de moeren, bouten en ringen uit het
voorste gat.
B. Verwijder de moeren, bouten en ringen
waarmee de handwielen bevestigd zijn aan het
maaidekframe.
C. Verwijder de klemmoeren van de ringbout,
de ringen en de veerringen, en verwijder de
handwielen.
D. Stel de handwielen zo af dat u de juiste
bevestigingslocaties verkrijgt en monteer de
handwielen in de alternatieve posities.
E. Monteer al het bevestigingsmateriaal en draai het
stevig vast.
11. Bevestig de maaidekken op de juiste plaats aan de
maaier. Gebruik hierbij de draaipen, 2 borgmoeren
(M24), 2 ringen (M24), 2 moerdoppen, een penbeugel,
2 spanschijven (indien nodig), een stelschroef (M12 x
30 mm) en een veerring
Opmerking: Maaidek 3 en 5 horen voor hun
ophangarmen te zitten
1. Moerdop
2. Borgmoer (M24)
3. Schroef (M12 x 30 mm)
4. Veerring (M12)
5. Bij het maaidek geleverd
12. Monteer de hydraulische motoren op de maaidekken;
ga als volgt te werk:
A. Verwijder de inbusschroeven, de veerringen, de
gewone ringen en de beschermkap.
B. Verwijder de slangklem waarmee de hydraulische
motor aan de machine is bevestigd.
C. Wikkel de slangen af en zorg dat ze juist lopen
terwijl u de motor op het maaidek aanbrengt.
15
(Figuur
12).
Figuur 12
6. Ring (M24)
7. Maaidek
8. Vooruit
9. Spanschijven
10. Penbeugel
Figuur