WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Druk de hendel van het bestuurders-
zadel onder de achterzijde van het be-
stuurderszadel
naar
getoond en verwijder dan het zadel.
1. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
2. Bestuurderszadel
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.
links
zoals
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
De hoogte van het bestuurderszadel
3-32
grendeld alvorens te gaan rijden.
kan worden versteld om de rijpositie
aan te passen. (Zie het gedeelte hier-
na.)
3