WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Contactslot/stuurslot
ON
OFF
LOCK
P
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Gebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, de
achterlichten, de kentekenverlichting en de
DAU10473
parkeerlichten gaan branden en de motor
kan worden gestart. De sleutel kan niet
worden uitgenomen.
OPMERKING
De koplampen gaan automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijven aan
totdat de sleutel naar "OFF" wordt ge-
draaid.
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel naar "OFF" of
"LOCK" terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
DAU26812
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
DAU10662
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draai het stuur helemaal naar links of
DWA10062
2. Druk de sleutel in de "OFF"-stand in
3. Neem de sleutel uit.
DAU10693
3-2
1
2
rechts.
en draai deze dan naar "LOCK". Houd
de sleutel hierbij ingedrukt.
3