5-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
V
1
HE.L P−0
V
2
HE.L P−1
V
3
HE.L P−2
V
4
HE.L P−3
V
5
HE.L P−4
.
Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van
het apparaat. Alle schakelingen waar-
naar wordt verwezen bevinden zich in
het apparaat.
1
Hulpscherm 0
Geeft een kortsluiting aan van thermistor
RT2 aan de linkerzijde van de machine. Als
dit scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende service−
agent.
2
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire stroom-
kring. Als dit scherm te zien is, neem dan
contact op met een door de fabrikant erken-
de service-agent.
3
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit links in het apparaat. Als
dit scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende service-
agent.
4
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat
OM-233 045 Pagina 22
A
6
A
7
A
8
A
9
A
10
oververhit is. Het apparaat is gestopt om de
ventilator de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer het ap-
paraat is afgekoeld, kunt u verder werken.
5
Hulpscherm 4
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit links in het apparaat. Als
dit scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende service-
agent.
6
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het appa-
raat oververhit is. Het apparaat is gestopt om
de ventilator de gelegenheid te geven om het
af te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer het ap-
paraat is afgekoeld, kunt u verder werken.
7
Hulpscherm 6
Geeft aan dat de ingangsspanning te laag is
en dat het apparaat automatisch is uitge-
schakeld. De normale werking is gegaran-
deert als de ingangsspanning boven de
minimale grens ligt (15% onder de aanbevo-
len voedingsspanning). Als dit scherm te
V
A
HE.L P−5
V
A
HE.L P−6
V
A
HE.L P−7
V
A
HE.L P−8
V
A
HE.L P−9
zien is, laat een elektricien dan de
ingangsspanning controleren.
8
Hulpscherm 7
Geeft aan dat de ingangsspanning te laag is
en dat het apparaat automatisch is uitge-
schakeld. De normale werking is gegaran-
deert als de ingangsspanning onder de
maximale grens ligt (15% boven de
aanbevolen voedingsspanning). Als dit
scherm te zien is, laat een elektricien dan de
ingangsspanning controleren. Help 7 kan
ook aanduiden dat er onevenwicht is op de
bus voltage.
9
Hulpscherm 8
Geeft een storing aan in de secundaire
stroomkring van het apparaat. Als dit scherm
te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkende service-agent.
10 Hulpscherm 9
Geeft een kortsluiting aan van thermistor
RT1 aan de rechterzijde van de machine. Als
dit scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende service−
agent.