3-9. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
.
ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONTINUE aanvoer van 60 Hz (+10%) vermogen
+10% van de nominale ingangsspanning. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale ingangsspanning.
Voor de voeding van deze lasstroombron geen generator gebruiken met een automatische stationairvoorziening (die de motor stationair laat
draaien als hij geen last detecteert).
.
De voedingspanning mag niet meer dan + 10% afwijken van de aanbevolen waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit bereik valt, dan is
mogelijk geen lasvermogen beschikbaar.
Niet−naleving van deze aanbevelingen voor de zekering en de stroomonderbreker kan leiden tot gevaar voor elektrische schokken.
Deze aanbevelingen zijn vastgesteld voor nominaal gebruik en inschakelduur van de lasstroombron.
Ingaande spanning (V)
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A)
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères
Min. afmeting invoerconductor in mm
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters
Min. afmeting aardingsconductor in mm
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2005 (bevat ook artikel 630)
1 De fabriek raadplegen voor andere beveiligingen.
2 De "vertragende" zekeringen zijn van klasse UL "RK5"
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL "K5" (tot 60A), en UL "H" (65A en meer).
4 De geleidergegevens in deze sectie geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur
conform NEC-tabel 310.16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel
400.5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
Aantekeningen
2
Met vertraging
3
Normaal
4
2
,
2
4
,
1
60 Hz driefasen
400
18
20
25
2,5
41
2,5
OM-233 045 Pagina 15