Uitvoeropties voor afdrukmateriaal
De printer heeft drie uitvoerlocaties: de bovenste (standaard-)uitvoerbak, de achterste
uitvoerbak en de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar.
Afdrukken naar de bovenste (standaard-)uitvoerbak
Afdrukken naar de achterste uitvoerbak
Afdrukken naar de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
Afdrukstand van papier als een nietmachine is geïnstalleerd
Afdrukken naar de bovenste (standaard-)uitvoerbak
In de bovenste uitvoerbak wordt het papier in de juiste volgorde verzameld met de voorzijde
omlaag. De bovenste uitvoerbak moet worden gebruikt voor de meeste afdruktaken en voor
transparanten. Let erop dat de achterste uitvoerbak gesloten is als u de bovenste uitvoerbak
gebruikt. Ter voorkoming van storingen mag de achterste uitvoerbak tijdens het afdrukken
niet worden geopend of gesloten.
Afdrukken naar de achterste uitvoerbak
De printer drukt altijd af naar de achterste uitvoerbak als deze open is. Afdrukmateriaal dat
naar deze bak wordt afgedrukt, komt met de afdrukzijde naar boven en met de laatste
pagina bovenop (omgekeerde volgorde) in de bak terecht.
Afdrukken vanuit lade 1 naar de achterste uitvoerbak geeft de meest rechte doorvoerbaan.
Door de achterste uitvoerbak te openen, kunt u de afdrukresultaten bij de volgende formaten
verbeteren:
●
●
●
NLWW
Enveloppen
Etiketten
Klein papier met aangepast formaat
Uitvoeropties voor afdrukmateriaal
57