Richtlijnen voor het gebruik van papier
Gebruik voor de beste resultaten papier van goede kwaliteit, dat vrij is van sneden,
inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels en gekrulde of omgebogen
randen.
Als u niet zeker weet welk soort papier u gebruikt (zoals bankpost- of kringlooppapier), leest
u het etiket op de verpakking.
Zie
afdrukmateriaal.
De volgende problemen met papier veroorzaken afwijkingen van de afdrukkwaliteit,
papierstoringen of zelfs beschadiging van de printer.
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit of toner
hecht niet goed
Weggevallen informatie,
vastlopen, krullen
Sterke krulling
Vastlopen, beschadiging van
de printer
Problemen met invoeren
Gebruik geen briefpapier dat is bedrukt met lage-temperatuur-inkt, zoals de inkt die soms
Opmerking
wordt gebruikt in de thermografie. Gebruik geen briefpapier met reliëfdruk. De printer
gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Controleer of op gekleurd
papier of voorbedrukte formulieren inkt is gebruikt die voor deze fusertemperatuur (200°C of
392°F voor 0,1 seconde) geschikt is.
Houd u aan de genoemde richtlijnen om papierstoringen of beschadiging van uw printer te
VOORZICHTIG
voorkomen.
136
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen
Ondersteunde formaten voor afdrukmateriaal
voor een volledige lijst met ondersteund
Probleem met papier
Het papier is te vochtig, te ruw,
te zwaar of te glad of het
betreft reliëfpapier of uit een
slechte partij.
Het papier is niet op de juiste
wijze geplaatst.
De zijden van het papier wijken
ten opzichte van elkaar af.
Het papier is te vochtig, heeft
de verkeerde vezelrichting of
bestaat uit korte vezels.
De zijden van het papier wijken
ten opzichte van elkaar af.
Het papier heeft uitsparingen of
perforaties.
Het papier heeft rafelige
randen of is afkomstig uit een
slechte partij.
De zijden van het papier wijken
ten opzichte van elkaar af.
Het papier is te vochtig, te ruw,
te zwaar of te glad.
Het papier heeft de verkeerde
vezelrichting, heeft korte vezels
of heeft reliëf.
Oplossing
Een ander soort papier
proberen, tussen 100 en 250
Sheffield, vochtgehalte van
4 tot 6%.
Het papier plat bewaren in het
vochtwerende
verpakkingsmateriaal.
Het papier omkeren.
Open de achterste uitvoerbak
of gebruik papier met lange
vezels.
Het papier omkeren.
Papier zonder uitsparingen of
perforaties gebruiken.
Papier van hoge kwaliteit
gebruiken voor laserprinters.
Het papier omkeren.
Een ander soort papier
proberen, tussen 100 en 250
Sheffield, vochtgehalte van
4 tot 6%.
Open de achterste uitvoerbak
of gebruik papier met lange
vezels.
NLWW