Enveloppen met dubbele naden
Bij een afwerking met dubbele naden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel
van verticale naden en niet met diagonale naden. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let
erop dat de naad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder
afgebeeld.
1
2
Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met flappen
Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met meer dan één flap die gevouwen
moeten worden om de envelop te sluiten, moeten van een kleefmiddel voorzien zijn dat de
warmte en de druk in de printer kan weerstaan. De extra flappen en stroken kunnen
kreukelen of vouwen, papierstoringen veroorzaken en zelfs de fuser beschadigen.
Envelopmarges
In de volgende tabel worden de normale adresmarges voor enveloppen van nummer 10 of
DL-enveloppen vermeld.
Soort adres
Afzender
Bestemmingsadres
Opmerking
Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de envelop
niet kleiner dan 15 mm zijn. Zorg dat u niet afdrukt op het punt waar de naden van de
envelop bij elkaar komen.
Enveloppen bewaren
Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen
moeten plat bewaard worden. Als de envelop lucht bevat waardoor een luchtbel wordt
gevormd, kan de envelop gaan kreuken tijdens het afdrukken.
Zie
244
Bijlage C Specificaties
1
2
Aanvaardbare afwerking van envelop
Onaanvaardbare afwerking van envelop
Enveloppen afdrukken
Bovenmarge
15 mm
51 mm
voor meer informatie.
Linkermarge
15 mm
89 mm
NLWW