Hoofdstuk 12
3.
Druk voorzichtig op de printcartridge om deze te ontgrendelen en trek de cartridge
naar u toe uit de houder.
Opmerking
en reinig de printcartridges een voor een. Laat een printcartridge nooit meer dan
30 minuten buiten de HP All-in-One liggen.
4.
Controleer de contactpunten van de printcartridge op aangekoekte inkt en vuil.
5.
Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het
gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit.
6.
Houd de printcartridge vast aan de zijkanten.
7.
Reinig alleen de koperkleurige contactpunten. Laat de printcartridges circa tien
minuten drogen alvorens ze terug te installeren.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Inktsproeiers (niet schoonmaken)
8.
Schuif de printcartridge terug in de sleuf. Duw de printcartridge naar voren totdat hij
vastklikt.
9.
Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
10.
Sluit voorzichtig de klep voor de printcartridge en sluit het netsnoer aan op de
achterkant van de HP All-in-One.
96
Probleemoplossing
Haal beide printcartridges niet tegelijkertijd uit de printer. Verwijder