Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
4. HET APPARAAT GEBRUIKEN
4.1 Bedieningspaneel
Functie
1
Aan/uit
2
Display
3
Draaiknop
4
5
Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel
te meten.
1
2
3
Opmerking
Apparaat in- en uitschakelen.
Toont de huidige instellingen van het apparaat.
Om de instellingen te wijzigen en door het menu te navigeren.
Druk op
om het apparaat aan te zetten.
Houd de draaiknop vast om het instellingenscherm aan te zet‐
ten.
Houd de draaiknop vast en draai eraan om door het menu te
navigeren.
Houd de draaiknop vast en druk erop om een instelling te be‐
vestigen of in het gekozen submenu te gaan.
Om naar het vorige menu terug te gaan, vindt u de optie Vori‐
ge in de menulijst of bevestigt u een geselecteerde instelling.
Om de geselecteerde functie in te schakelen.
Om de geselecteerde functie uit te schakelen.
NEDERLANDS
4
5
9