9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1C – 2020.08
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit en meet de spanning aan
de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan
50 V DC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
a
AL2 AL1
b
c
DC(-)
FU2
DC
d
DC
AC
a
AL1, AL2 - connector kabel elektromagnetische klep*
b
S20~24 - connector kabel spoel elektromagnetische klep (kamer A, B, C, D, E)*
c
S40 – connector kabel thermisch overbelastingsrelais en hogedrukschakelaar*
d
Multimeter (wisselstroomspanningsbereik)
e
S90~93 – connector thermistorkabel
f
S70 – connector kabel ventilatormotor
g
S80 - connector kabel 4-wegsklep
h
Connector compressorkabel
*Kan verschillen naar gelang van het model.
Denk aan de volgende punten:
▪
Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het
uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en
maak het oog vast met een geschikt werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde krimpklem
▪
Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Éénaderige draad
9
S92
e
S93
f
S40
g
S80
h
Methode
c b
A
A´
a
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
Elektrische installatie
|
AA´
c
a
Uitgebreide handleiding voor de installateur
55