7.1.2 De koelleidingen isoleren
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1C – 2020.08
4MXM80
Gasleiding
5MXM90
Vloeistofleiding
Gasleiding
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Afhankelijk van de binnenunit kunnen verloopstukken vereist zijn. Zie
"7.2.6 Verbindingen tussen buiten- en binnenunit met verloopstukken"
voor meer informatie.
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte
Buitendiameter leiding
(Ø
)
p
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Gebruik
afzonderlijke
koelgasleidingen.
7
Installatie van de leidingen
|
1× Ø9,5 mm (3/8")
1× Ø12,7 mm (1/2")
2× Ø15,9 mm (5/8")
5× Ø6,4 mm (1/4")
2× Ø9,5 mm (3/8")
1× Ø12,7 mm (1/2")
2× Ø15,9 mm (5/8")
Hardingsgraad
≥0,8 mm
≥1 mm
Binnendiameter isolatie
(Ø
)
i
8~10 mm
10~14 mm
14~16 mm
16~20 mm
warmte-isolatiebuizen
(a)
Dikte (t)
Ø
Isolatiedikte (t)
≥10 mm
≥13 mm
≥13 mm
≥13 mm
voor
de
koelvloeistof-
Uitgebreide handleiding voor de installateur
t
4
[
40]
en
35