7.2.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen
7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1C – 2020.08
WAARSCHUWING
Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de compressor inschakelt. Als de
koelmiddelleidingen NIET zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen
openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de compressor wordt
ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een abnormale druk in de koelcyclus, wat kan
leiden tot schade aan de apparatuur en zelfs letsels.
OPMERKING
Zelfs wanneer de afsluiter volledig gesloten is, kan er nog langzaam koelmiddel
weglekken. De wartelmoer mag slechts voor korte tijd verwijderd worden.
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit:
▪
Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie wanneer u
een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer
stevig vast te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan
te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren
en lekken.
a
b
c
d
a
Momentsleutel
b
Moersleutel
c
Leidingverbinding
d
Flaremoer
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten moeten zo zacht
mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm bedragen of meer zelfs).
7
Installatie van de leidingen
|
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
8,7~9,1
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
62~75
19,3~19,7
Flarevorm (mm)
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
Uitgebreide handleiding voor de installateur
39