12
|
Inbedrijfstelling
12 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
12.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
12.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling
12.3 Checklist voor de inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
64
12.1
Overzicht: Inbedrijfstelling .....................................................................................................................................................
12.2
12.3
12.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................
12.5
Proefdraaien en testen...........................................................................................................................................................
12.5.1
Over bedradingscontrole .......................................................................................................................................
12.5.2
Proefdraaien...........................................................................................................................................................
12.6
De buitenunit starten .............................................................................................................................................................
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het
systeem na de installatie in gebruik te stellen.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren.
2
Het systeem testen.
INFORMATIE
Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen
vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen
wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig
heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of druksensoren/-schakelaars.
Anders kan er brand in de compressor ontstaan.
OPMERKING
Werk de koelmiddelleiding van de unit ALTIJD volledig af voordat u de unit gebruikt.
Anders raakt de compressor defect.
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde punten. Sluit de
unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit nadat u ze gesloten hebt.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de aardingsklemmen zijn goed
aangehaald.
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1C - 2020.08
64
64
64
65
65
66
67
67