BS/4
DeltaSol
®
1.4 Overzicht van de installatieschema's
Installatie 1
De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen col-
lectorsensor S1 en boilersensor S2. Als het verschil groter is
dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltemperatuurver-
schil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd
en de boiler geladen tot het uitschakeltemperatuurverschil
(DT A) of de maximumtemperatuur van de boiler (S MX)
is bereikt.
ANL 1
S1
R1
S4 / TRL
Weergavekanalen
Kanaal
Beschrijving
INIT
x*
ODB-initialisatie actief
FLL
x*
ODB-vultijd actief
STAB
x*
ODB-stabilisatie actief
KOL
x
Temperatuur collector
TSP
x
Temperatuur boiler
S3
x
Temperatuur sensor 3
S4
x
Temperatuur sensor 4
TRL
x*
Temperatuur terugstroomsensor
n %
x
Toerental R1
hP
x
Bedrijfsuren R1
hP1
x*
Bedrijfsuren R1 (als OBST is geactiveerd)
hP2
x*
Bedrijfsuren R2 (als OBST is geactiveerd)
KWh
x*
Hoeveelheid warmte KWh
MWh
x*
Hoeveelheid warmte MWh
ZEIT
x
Tijd
| 6
De sensoren S3 en S4 kunnen optioneel voor meetdoelein-
den worden aangesloten. S3 kan optioneel ook als referen-
tiesensor voor de optie boilernooduitschakeling (OSNO)
worden gebruikt.
Als de warmteverbruiksmeting (OWMZ) is geactiveerd,
moet S4 als terugstroomsensor worden gebruikt.
Als de drainback-optie (ODB) is geactiveerd, kan relais 2
voor het activeren van de boosterpomp worden gebruikt.
Hiervoor moet de boosterfunctie (OBST) zijn geactiveerd.
S3
R1
R2
S2
S4/TR
S1
Voorbeeld
drainback-installatie
(met boosterpomp)
S3
S2
Aansluitklem
Pagina
-
18
-
18
-
18
S1
18
S2
18
S3
18
S4
18
S4
18
R1
19
R1
19
R1
19
R2
19
-
19
-
19
-
16